Column: het zwarte gat

Column: het zwarte gat

Wim beschrijft in zijn eerste column hoe zijn vader met zijn pensionering in het zwarte gat viel. Wim is er niet bang voor dat het hem ook gebeurt.

Column: het zwarte gat

Ik sta voor het raam en kijk naar buiten. Het is grauw en grijs. Het weer nodigt niet uit om de deur uit gaan. Mijn blik glijdt naar de kaartjes in mijn hand die zo langzamerhand opgeruimd mogen worden: ‘Jij gaat ons verlaten’; ‘Salute’; ‘Het is eindelijk zover: Pensioen’; ‘Jammer dat je met pensioen gaat’; ‘Niks moet, niksen mag’… Het tovert een glimlach op mijn gezicht. Sinds drie weken werk ik niet meer. Eerst nog een restantje verlof opmaken in afwachting van mijn eerste pensioenbetaling. Het is echt genieten, vrij zijn, doen wat je wilt, niets ‘moet’ meer. Iedere dag is als een cadeautje. Heb ik dan niet met plezier gewerkt? Zeker wel! Ruim 40 jaar bij dezelfde werkgever, maar wel vier totaal verschillende disciplines uitgeoefend: zwemonderwijzer, juridisch medewerker, publieksvoorlichter, webmaster. Ik heb de kansen gekregen en met beide handen (en nog veel meer) aangepakt.

Nu sta ik dus aan de vooravond van mijn pensioen. Mijn afscheid was heel geslaagd. Op míjn manier: geen afscheidsreceptie. De hele dag kwamen collega’s langs voor een handje en een praatje. Tijd genoeg voor iedereen. Tussendoor een koffie-uurtje met de hele afdeling en als afsluiting een etentje met mijn directe collega’s en afdelingshoofd. Op de vraag waar ik zou willen eten had ik aangegeven verrast te willen worden. En dat hebben ze gedaan! Het was aangenaam onvergetelijk!

Op de dag van mijn afscheid, maar ook ervoor en erna kreeg ik van collega’s, vrienden en familieleden waarschuwingen over ‘het zwarte gat’. Ik ben ernaar gaan zoeken op het internet. Veel suggesties en veel tips gevonden die vertellen hoe je dat zwarte gat moet voorkomen en zelfs een ludieke site gezien die aanbevelingen doet om juist in dat zwarte gat terecht te komen. Ik scan de tekstjes snel, maar neem niet de tijd om alles te lezen. Ik wil zelf ervaren wat het is om ‘niks te moeten en alles te mogen’. En dan niet een week of een maand; nee ik wil het echt een hele lange periode ervaren en beleven.

Ik ga voorlopig niet in op de verzoeken om vrijwilligerswerk te doen, hoezeer de doelen me ook aanspreken en dat werk me zeker nieuwe uitdagingen zal geven. Ik denk daarbij ook aan de opmerking van een goede buur: ‘vrijwilligerswerk doe je maar één keer vrijwillig.’

Terug naar het zwarte gat. Ja, ik ken dat zwarte gat. Toen mijn vader met vervroegd pensioen moest, viel hij in een enorm zwart gat. Hij kreeg eindelijk de tijd om te piekeren over zijn leven: Wees op zijn 12e; tewerkgesteld in Duitsland tijdens de oorlog; zijn vrouw verloren aan kanker, 49 jaar oud; de zorg voor 3 jonge kinderen naast zijn werk; zijn zoon en naamgenootje overleden na een verkeersongeval; het bedrijf waar hij ruim 40 jaar had gewerkt (zijn lust en letterlijk ook zijn leven) failliet…

Wat kan een mens aan?

Tijdens zijn werkzame leven was de zorg voor zijn kinderen bij hem in goede handen en had hij ook nog voldoende tijd over voor sociale contacten. Een huishoudster bleek niet nodig, integendeel, de dames die bij ons kwamen maakten het hem erg lastig. Zij hadden blijkbaar ook andere ideeën over hún toekomst.

Na zijn pensionering moest niets meer, maar hoefde voor hem ook echt helemaal niets meer. Hij liet alles versloffen en raakte meer en meer in de put. Zijn zwarte gat was zo diep dat zelfstandig wonen niet meer mogelijk bleek. Het zwarte gat ten voeten uit.

Ik zal nooit de blik op zijn gezicht vergeten als hij weer eens smeekte om hulp om een einde aan zijn leven te maken. Voor hem was het uitzichtloos. Diepzwart!

En nu sta ik dus aan de vooravond van mijn pensioen. Wat brengt de toekomst mij? Heb ik de depri-genen van mijn vader? Heb ik wellicht de kanker-genen van mijn moeder? Ik wil het niet weten. Al jarenlang is mijn levensmotto; “Pluk de dag, maar laat ook iets hangen voor morgen’. Mede ingegeven door alles wat in de familie is voorgevallen. Gewoon genieten van de dag. Genieten van mooie reizen, van een glimp van de zon, van een mooie bloem, van een lekker biertje of wijntje…, ja, genieten, waarvan eigenlijk niet?

Kan je mijn situatie vergelijken met die van mijn vader? Nee, zeker niet. Ik heb een schat van een vrouw, twee prachtige zonen en twee lieve schoondochters. Vier heerlijke kleinkinderen. We zijn allemaal gezond. We kunnen doen en laten wat we willen. Naar ons stekkie op de Veluwe, zomaar een vakantie of hotelletje boeken, met de kleintjes op pad. Noem maar op. Geen enkele reden om de toekomst zwart tegemoet te zien.

Ik kijk weer naar buiten. Grauw en grijs. Kom op, Wim, doe je wandelschoenen aan. Het mooie weer moet je afdwingen. Achter die grauwe lucht schijnt ergens de zon. Pluk de dag en geniet …

Wim Vermeij

Over Wim