Gerrit Jan Bouwhuis (65) is 40 jaar getrouwd met Jeannette. Gerrit Jan werkte 35 jaar bij het Ministerie van Financiën. Nu stort hij zich op één van zijn grote passies: talen
Twee jaar geleden nam Bouwhuis afscheid van zijn top functie bij het Ministerie. “Als in Den Haag bij een vakdepartement een nieuwe Minister komt, krijgt deze een voorbereidingsboek met belangrijke informatie en contacten. Daarin staan onder andere de namen van twee medewerkers van het Ministerie van Financiën als aanspreekpunt: die van de Directeur-Generaal van de Rijksbegroting en die van de Inspecteur van Financiën voor dat departement – dat was ik.
Ik heb perioden heel hard gewerkt. Een van de begrotingsvoorbereidingen die ik meemaakte viel ook nog samen met de formatie van het Kabinet Rutte I. Ik was een week lang geen enkele dag voor 22 uur thuis.”
Inhaalslag
“Na mijn pensioen viel ik eigenlijk in een gat. Ik moest mezelf structuur geven en kwam mezelf als persoon tegen. Mijn werk miste ik niet, dat hoofdstuk had ik met een warm afscheid gesloten. Veel mensen leggen als het ware een ‘hypotheek’ op hun pensioen. Door een verkeerde balans tussen werk en privé stellen ze dingen uit tot hun pensioen. Dat is mij ook overkomen. Ik had het gevoel dat ik een inhaalslag moest maken, wat zich vertaalde in honger om kennis op te doen, te lezen en te reizen.”
Talenpassie
“Al tien tot vijftien jaar lang had ik het voornemen om mijn talenkennis op te krikken tijdens mijn pensioen. Daarom heb ik dit jaar cursussen Duits, Frans en Engels bij de Volksuniversiteit in Utrecht gevolgd. Tijdens mijn middelbare schooltijd deed ik deze vakken met veel plezier, maar tijdens mijn werk heb ik er niet zo veel mee kunnen doen.
Terwijl ik talen écht leuk vind, het maakt niet uit welke. De rijkdom van de woorden en de manier waarop iets kan worden uitgedrukt vind ik heel interessant. Het Engels – een hele mooie taal – kent bijvoorbeeld allerlei woorden voor het maken van geluid.”
Collegebanken
“Vaak wordt gedacht dat het moeilijk is om op oudere leeftijd een taal te leren. Dat is mij alles meegevallen, al zie ik mezelf niet als iemand met een heel goed geheugen. Ik heb ook examens gedaan voor Engels en voor Duits. Om me voor te bereiden op de toets Engels ben ik vier weken lang twaalf uur per dag met die taal bezig geweest. Dat wil zeggen: grammatica en woordjes leren, boeken lezen en naar de BBC luisteren. Voor talen kan ik die concentratie opbrengen. Dat waren buitengewoon aangename dagen.”
Reislust
“Behalve met talen, houd ik mij ook bezig met literatuur en reizen. Voor dat laatste hebben de Duitsers een mooi woord: Fernweh, heimwee naar elders. Ik zoek vooral landen op die anders zijn, op het vlak van cultuur maar ook economie. Deze herfst ben ik drieënhalve week naar Bangladesh geweest. Dat is een arm land dat compleet anders is dan Nederland, heel interessant. Ik had een gids die veel wist, die ik het hemd van het lijf heb gevraagd.”
Geven en nemen
“Eigenlijk moet je op oudere leeftijd niet meer alleen nemen, maar ook geven. Veel gepensioneerden die hoge functies hebben bekleed, gaan bijvoorbeeld in besturen zitten. Zelf doe ik dat nog niet, maar dat ben ik wel van plan. Dat kan echter pas nadat ik die behoefte heb bevredigd een inhaalslag te maken.”
Lees ook ons artikel: studeren op latere leeftijd voor meer informatie
