Elke woensdag knutselen Jan (72) en Ria Bouwman (70) met kinderen in het buurtcentrum. Ze houden van het feit dat kinderen “leven in de brouwerij” brengen. Ze gaan daarom ook juist in de schoolvakantie naar de camping.
Wie op zondag langsgaat bij Jan (72) en Ria Bouwman (70) treft het tweetal waarschijnlijk knutselend aan. Samen bedenken ze namelijk iedere zondag wat ze die week gaan maken met de kinderen van de knutselclub in het buurtcentrum om de hoek van hun huis.
Er komt van alles uit hun handen van karton, kralen, vilt, wc-rolletjes, schelpen, dennenappels en andere materialen. Van een houten ridderschild tot een klein hobbelpaardje of een voerhuisje voor vogels. Iets wat de basisschoolleerlingen vervolgens tijdens de knutselclub – met hun hulp – namaken. Voor een paar uurtjes hebben de kinderen geen mobiele telefoon in hun handen, maar een figuurzaag of kwast. “Een kind van nu is nog net zo ondeugend als een kind van vijftien jaar geleden, maar met de handen bezig zijn leren ze weinig. Terwijl je versteld staat wat kleine kinderen kunnen zagen.”
Dat Jan en zijn (figuur)zaag een gouden duo zijn, lijkt in Vleuten en omstreken algemeen bekend. Als er “even” iets moet worden gemaakt dan weet iedereen hem te vinden. Dan maakt hij bijvoorbeeld twintig houten kroontjes voor een themamiddag op een school, een levensgrote kerststal voor de kerk of vijftig Palmpasen kruisen. “Vorige week kwam iemand naar mij toe met de vraag of ik vijftien kippen wilde uitzagen omdat ze met Pasen paasstukjes wilde gaan maken. Dus dat ga ik doen”, vertelt Jan. “Oh dat wist ik nog niet”, reageert zijn vrouw Ria met enige verbazing.
“We genieten ervan om mensen blij te maken”
“Het lukt mij niet om stil te zitten”, reageert Jan die voor zijn pensioen werkzaam was bij een bouwbedrijf. “Ik werkte zestig tot zeventig uur per week. Dan zat ik bijvoorbeeld zondagavond nog te calculeren.” “Hij had geen vrije tijd”, vertelt Ria, “want hij zat overal op en aan.” “Ik ben graag altijd bezig”, vervolgt Jan, “stilzitten kan ik niet. Als ik dat zou proberen dan zou ik toch weer werk opzoeken.” Daarin laat hij zich niet beperken door bijvoorbeeld alles wat hij lichamelijk voor zijn kiezen kreeg de afgelopen jaren: “ik leef op twintig pillen per dag, maar er is geen beter medicijn dan bezig zijn. Af en toe zegt mijn vrouw: “nu even de rem er op”, maar “nee” komt bij mij niet in het woordenboek voor. Alles wat ik doe is gigantisch fijn om te doen en doe ik met plezier. Want als ik er geen plezier meer in heb, dan stop ik ermee.”
Dat bezig willen zijn resulteert in een “druk leven”. Bijna net zo druk als voor zijn pensionering. Zo zit Jan bij de harmonie en in het bestuur van een verwante stichting; speelt hij toneel en bouwt hij zo nu en dan de decorstukken; brengt en haalt hij ouderen naar en van een buurtkamer; zit hij in een commissie in het buurthuis om de hoek van zijn woning en organiseert hij in datzelfde buurthuis met zijn vrouw de knutselclub.
Daarnaast gaat hij regelmatig op stap met een aantal zelfgemaakte Hollandse spellen –van hout uiteraard – die iedereen mag lenen en Jan ook nog eens op locatie in elkaar komt zetten. Verder is Jan onder andere ook nog wijkhoofd voor de collecte voor de kankerbestrijding, collecteert hij zelf ook voor dezelfde organisatie en gaat hij met Ria soms langs de deuren voor de Nierstichting.
En als er na dat alles nog tijd over is, dan werkt hij aan een stad en dorp dat hij aan het figuurzagen is. “Hij zegt altijd dat hij “even” helpt”, reageert Ria, “maar er gaat meer tijd in zitten dan hij denkt.” “Soms komen er mensen naar mij toe die verbaasd zijn dat ik dit doe”, vertelt Jan, “die zegen: “jeminee hoe hou je dat vol?”. Maar ik vind het fijn om mensen deel te laten zijn van mijn capaciteiten.” “We geniet ervan om mensen blij maken”, vult Ria aan.
“Dat doe je gewoon als je ziet dat kinderen enthousiast zijn”
Eén van de zaken die veelal op verbazing kan rekening is het feit dat het tweetal op woensdagmiddag de knutselclub in een buurtcentrum in Vleuten begeleidt. Samen ondersteunen ze twintig tot dertig kinderen bij het plakken, knippen, schilderen en figuurzagen. “Jullie zijn gek krijgen we weleens te horen”, vertelt Ria. Die reactie heeft volgens haar met twee zaken te maken. Allereerst dat Jan en Ria dit nog op “hun leeftijd” doen en ten tweede dat ze überhaupt een middag aan de slag gaan met een groep van dertig niet-eigen kinderen.
“Het is een beetje ons leven geworden”, vervolgt Jan. “We zijn er eigenlijk altijd mee bezig. Zo zitten we elke zondag samen het voorbeeld te maken van dat wat we gaan maken tijdens de knutselclub. Ria: “of we gaan op een vrije dag in het bos dennenappels zoeken om mee te knutselen.” “En”, vult Jan aan, “als een kind een keer iets niet afkrijgt tijdens de knutselclub, maar dat cadeau wil geven met bijvoorbeeld Moederdag, dan neem ik het mee naar huis en maak ik het af. Dan breng ik het daarna even langs. Dat doe je gewoon als je ziet dat die kinderen enthousiast zijn omdat ze iets aan hun moeder of vader willen geven. Ouders staan vaak versteld als ze zien wat de kinderen maken.”
“We zijn gek, maar niet zo gek”
“Tijdens de knutselclub moeten de kinderen even van de mobiele telefoon af”, vervolgt Jan. In plaats daarvan moet er dus gezaagd, geknipt en geschilderd worden. Iets wat lang niet alle kinderen meer gewend zijn. “Kinderen leren weinig om met hun handen bezig te zijn. Hun motoriek is daardoor beperkt.” Terwijl het merendeel van de kinderen het juist heel leuk vindt om te figuurzagen. Het tweetal hoort regelmatig “bedankt dat ik mocht komen knutselen”. Slechts een enkele keer zijn er kinderen die de vraag of ze het leuk vonden, met een “nee” beantwoorden. “Volgende keer ga ik weer op de bank liggen met mijn mobiele telefoon”, memoreert Jan een reactie.
Het zijn de uitzonderingen, want zelfs op vakantie werken Jan en zijn figuurzaag als een magneet voor kinderen. Als hij op de camping aan zijn houten dorp en stad werkt, komen er regelmatig kinderen belangstellend kijken. “Vorige keer zaten er allemaal kinderen te schuren”, herinnert Ria zich het beeld van de tafel bij de caravan.
Een georganiseerde knutselclub zoals in het buurthuis werd het echter niet. “We zijn wel gek maar niet zo gek”, zegt Ria lachend. Maar de aanwezigheid van kinderen op de camping is wel belangrijk voor het tweetal. “Ik wil niet in het voor- of naseizoen op vakantie”, vertelt Jan in reactie op het feit dat veel gepensioneerden dit doen. “Nee, ik wil juist kinderen om mij heen. Leven in de brouwerij. Ik leer van kinderen om plezier te hebben in de dingen die je doet.”
“Als we honderd worden, dan blijven we dit doen tot ons honderdste jaar”, vervolgt Jan. “Althans zo lang we gezond blijven en het ook kunnen doen. Het houdt je scherp en fit, het houdt je huwelijk goed en je vergeet even alles wat je hebt meegemaakt.”