Column: 30.000 stappen

Column: 30.000 stappen

Het lijkt de nieuwe rage op gezondheidsgebied: stappentellers. Iedereen heeft er wel eentje op de smartphone, complete competities worden er mee uitgevochten (‘Ik moet nog even een blokje om want mijn zus heeft 213 stappen meer gelopen dan ik!’).

En ik zou niet graag de mensen de kost geven die om kwart voor twaalf ’s avonds als een gek rondjes gaan lopen door het huis om die 10.000 stappen maar te halen. Zelf geloof ik niet zo in dat heilige moeten, de ene dag zet ik 17.996 stappen -mijn persoonlijk record- en de volgende dag maar 3323. Zit ik gemiddeld prima.

Maar hoe ik ook mijn best doe, ik kom niet eens in de buurt van een onderbelichte groep. Er ging in coronatijd veel aandacht (en terecht!) naar de mensen in de frontlinie. Naar al die zusters en broeders in de ziekenhuizen, en dan met name de werkers op de IC. En geloof me, daar wil ik helemaal niets aan afdoen. Ze hebben zich uit de naad gewerkt en het is goed dat daar op allerlei manieren aandacht aan is geschonken.

Dat er applaus klonk en dat de ene banketbakker nog niet wegreed bij het ziekenhuis of de volgende bloemist kwam er al weer aan. Maar er was nog een andere groep. Een groep waarover je nauwelijks iets hoorde: de harde werkers in de verpleeghuizen.

Mensen die de eerste tijd zonder extra hulpmiddelen aan de slag moesten. ‘Gewoon je mond dichthouden, niet praten met de mensen.’ Mensen die, toen er eindelijk wel hulpmiddelen kwamen, in een kleine badkamer mensen moesten douchen met een schort om, twee paar handschoenen, een beschermende bril en een mondmasker op in een huis waar het altijd 22 graden is.

En na iedere kamer alles uit moesten trekken en vervolgens weer schone aan om bij de volgende kamer naar binnen te mogen. Mensen die te maken kregen met hele boze familieleden die niet naar binnen mochten, en hele boze bewoners die niet naar buiten mochten. Mensen die per dag gemakkelijk de 30.000 stappen haalden.

Mensen die geen zondagsdiensten draaiden om meer salaris te krijgen, en staken was er natuurlijk al helemaal niet bij. Mensen die wel jonge collega’s zien binnenkomen maar ze net zo snel weer zien vertrekken omdat het wel héél hard werken is.

Mensen die continu toetsen maken en praktijkscholingen doen om hun kennis up-to-date te houden. En die ook nog eens een trap na krijgen van de minister: zij vindt dat veel medewerkers in de verpleeghuizen te laag zijn opgeleid.

Er komt ook geen geld beschikbaar om de kloof te dichten tussen deze mensen en mensen met een vergelijkbare achtergrond in andere sectoren. Terwijl op de website van de Rijksoverheid te lezen valt dat er geïnvesteerd moet worden in zorgverleners.

30.000 stappen zal ik nooit halen. Zij wel. En elke dag weer opnieuw. Chapeau…