Column: consumeren

Column: consumeren

Tijdens het opruimen van mijn vele submapjes, kwam ik mijn stukje van ruim zeven jaar geleden tegen. Het ging over minder consumeren: consuminderen. Wat  leuk om in retrospectief vast te stellen wat er geworden is van mijn idealen. Toen zestig jaar, volop aan het werk, nogal uithuizig en druk met mijn persoonlijke ontwikkeling; hoe ambitieus.

Het was ook een periode waarin ik leed aan overmatig consumeergedrag, terwijl consuminderen veel passender was. Mooie spullen waren verleidelijk: nóg een zacht leren tas, weer nieuwe oorbellen, hoeveel zwarte suéde schoenen stonden er wel niet in de kast en heeft een mens werkelijk tien winterjassen nodig?

De kasten puilden uit, de boekenplanken stonden volgepropt, in de keukenkastjes apparatuur en gadgets die nooit gebruikt werden: een kruidenmolen, heel veel maatbekers en maatscheppen, een pastadroogrek, terwijl ik nooit zelf pasta maak, een pastamachine.

Al die spullen; het knaagde. Rotsvaste principes heb ik niet, maar dat steeds blijven kopen, ging me tegenstaan: slecht voor het milieu, het is duur, er was weinig waardering voor wat ik al had.

Toen was daar de jaarlijkse actie Buy Nothing New. De filosofie van dit project is veelomvattend. Kort samengevat draait het om bewust consumeren, minder kopen, meer delen. Een maand lang ontdekken wat je hebt, hoeveel moois en leuks er in je kasten ligt. Vervolgens ruilen, geven, (ver)huren, opleuken, lenen. Dus een maandlang, geen gloednieuwe spullen kopen. Ik vond het een leuke actie en deed mee.

Na zeven jaar is de fijne conclusie dat ik deze regels nog regelmatig naleef. Kinderboeken gooi ik bijvoorbeeld nooit weg. Ik leg ze in kinderzwerfboekstations die bij alle scholen in de buurt staan. Boeken en CD’s leen ik niet uit; de vriendinnen mogen ze houden.

Wat ook leuk was, misschien organiseer ik het dit jaar nog een keer: een gezellig koffie-uurtje met de buren in mijn, als winkeltje ingerichte, keuken. Daar mochten ze van mijn stapels kleren, sieraden, boeken en serviesgoed, meenemen wat ze mooi vonden en goed konden gebruiken.

Mooie spullen zijn nog steeds onweerstaanbaar, maar ik gooi het op een akkoordje met mezelf. Een nieuwe tas? Pas als twee oude tassen naar de kringloop gaan. Nieuwe bellen, eerst vriendinnen blij maken met twee paar ‘oude’ oorbellen en alleen nieuwe pumps als de schoenen van de onderste plank (nauwelijks gedragen) naar anderen gaan.

Terugkijkend heeft deze nieuwe levensstijl me veel opgeleverd: er blijft meer geld over om andere leuke dingen mee te doen of te sparen voor iets van hele goede kwaliteit. Goede kwaliteit gaat langer mee, dus ik hoef minder te kopen.

Bovendien win ik tijd. Tijd om meer te genieten van al het moois in en rond mijn huis. Ik koop bewuster én vintage is veel mooier dan nieuw, het is gebruikt, het leeft en dat zie je. Nieuwe spullen hebben dat nog niet.

Aangezien driekwart van mijn serviesgoed, nu in het bezit is van de buren, kom ik soms wat koffiekopjes tekort. Geen enkel probleem. Glazen yoghurtpotjes zijn een uitstekend alternatief voor de traditionele koffiekopjes; ze zien er echt gezellig uit. Er zijn vriendinnen die zich zorgen maken: ‘ze zal toch geen financiële problemen hebben?’ Maar nee, ik ben slechts bezig met buy nothing new.

Na zeven jaar kun je wel stellen, dat ik de Rubicon ben overgestoken.