Het is een mooie, zonnige zondag. De zon zorgt voor verwarming van mijn huis, in de kamer is het 21,5 graden, zonder de verwarming. Ik ben er blij om.
Dat betekent dat ik even niet na hoef te denken over het wel of niet aanzetten van de verwarming. We hebben per slot van rekening een energiecrisis. Ook ik wil en kan niet meer “zomaar” de verwarming aanzetten, de thermostaat moet minimaal 1 graad lager gezet worden, of liever nog een paar graden lager. Vandaag dus niet, dankzij de prachtige zon.
Ik vind het weer een extra zorg, nog meer nadenken over wat níet meer kan, naast de zorg over een oorlog niet ver bij ons vandaan, over het verwoestende effect van de klimaatcrisis, over de economische omstandigheden, over de wachtlijsten in de zorg, over………
Opeens vind ik ouder worden niet meer zo geweldig, met al de onzekerheden, de ene crisis na de andere, soms word ik er bang van. Bang vanwege de toekomst van mijn kinderen, en vooral die van mijn kleinkinderen: hoe gaan zij door al deze narigheid beïnvloed en geraakt worden? Ik weet het niet en dat voelt ook wel machteloos, ik kan er zo weinig aan doen.
Maar ik zie mijn kinderen en kleinkinderen “gewoon” doorleven, met wat meer aandacht voor verspilling van energie, onder anderen. Maar ook met geloof in de toekomst, met plannen, met plezier, met aandacht voor elkaar.
Dan denk ik terug, ik heb ook andere crisissen meegemaakt. Ik weet nog goed dat ik in 1979 met wat kunst- en vliegwerk een huis kocht tegen een rente van 12,5%. En eerder een huis kraakte omdat er geen betaalbaar huis te krijgen was (woningnood is niet iets van nu, ik weet eigenlijk niet beter). Ik weet nog goed hoe de economische crisis in de 80-er jaren zorgde voor de nodige zorgen, maar toen kon ik er flexibel en vol vertrouwen mee omgaan.
Later, in 2007, 2008 en verder een volgende financiële crisis, was ook niet makkelijk, maar ik geloofde in een goede afloop, in ons herstellende vermogen.
Vervelend maar waar: omdat ik ouder ben, ben ik minder flexibel, minder optimistisch, maak ik me meer en eerder zorgen. Ik weet niet of dit voor meer oudere mensen geldt, maar voor mij wel. Het lijkt wel of ik een groot deel van mijn “jeugdige” élan stukje bij beetje ben kwijtgeraakt. Ik tob me rot!!
Gelukkig heb ik afgelopen weekeinde twee van mijn kinderen met bijhorende schoonkinderen gesproken, en gelukkig delen ze mijn zorgen niet op dezelfde manier. Natuurlijk zien ze de problemen, maar hebben meer vertrouwen in de oplossingen.
Ze vinden dat de marktwerking in ons land veel te ver is doorgeslagen, en denken na over hoe dat anders zou moeten en/of kunnen. Ik word daar dan ook weer wat optimistischer over. Ik hoop dat ik nog mee mag maken hoe we het tij (welk tij dan ook) kunnen keren.
Vooralsnog geldt voor mij dat ouder worden ook minder hoopvol en flexibel worden betekent. Ik ben heel benieuwd hoe dit ligt bij mijn collega- gepensioneerden.