Column: klein gebaar, groot geluk

Column: klein gebaar, groot geluk

Op wat kwaaltjes na, die met medicijnen goed te beheersen zijn, ben ik gezond. Wel kost het me moeite niet te veel te eten en voldoende te bewegen; discipline is niet mijn sterkste eigenschap. Tot voor kort vond ik wandelen saai en een activiteit voor ouderen. Nu, inderdaad, op mijn oudere dag, wandel ik veel: elke dag een uur in m’n eentje, afgewisseld met langere wandelingen in leuk gezelschap.

De afgelopen twee weken kwam er een kink in de kabel. Door een oogkwaal was ik minder ambulant. Ik mocht geen contactlenzen in en een extra bril heb ik niet; ik was half blind. Aan huis gebonden, boodschappen laten bezorgen, geen wandelingen vanwege het wazige zicht, ik was het niet gewend.

Hoewel ik in mijn vertrouwde huis, goed mijn weg vond, was het schoonmaken, stofzuigen, tv kijken, koken, lastig. Toen mijn vriendin aankondigde langs te komen, heb ik met hoofd en zaklamp in de wc-pot gehangen om elk eventuele spoortje viezigheid weg te borstelen; je wilt haar toch niet ontvangen in een smoezelig toilet.

Zelf nacho’s, zuurkoolbroodjes of gehaktballetjes maken is ook ingewikkeld als je bijna niets ziet. Dan maar kant en klare hapjes uit de supermarkt, flesje champagne, schoon toilet, warm gesprek; groot geluk ondanks de vage contouren van mijn vriendin.

Inmiddels is de afspraak voor een staaroperatie gemaakt en tot die tijd mag ik weer contactlenzen dragen; de wereld heeft weer vorm en kleur. Arts en assistente leefden met mij mee: ‘vier het maar met koffie en een taartje beneden’ zei de dokter. ‘Ach nee niet beneden, in het café in de stad natuurlijk, veel leuker’ zei de assistente en ‘we doen ons best de operatie zo snel mogelijk in te plannen’. Hartelijk en innemend. Klein gebaar, groot geluk. Mijn zorgen ebden weg.

Ik houd van alleen zijn, in m’n eentje dingen ondernemen, me onafhankelijk voelen. Dat is altijd zo geweest. Twee weken aan huis gekluisterd, geen mensen om me heen, vind ik geen ramp. Toch is een lichte shift zichtbaar: ik begin het leuker te vinden me onder mensen te begeven. Ik zit op een ‘wandelclubje’, heb me aangesloten bij een ‘museumgroepje’, zeg vaker ‘ja’ als ik uitgenodigd word voor wat dan ook. Opvallend. Hoort dit bij ouder worden?

Hoera, ik kan weer zelf boodschappen doen en lange wandelingen maken. Ik wist niet dat ik zo gehecht ben aan die wandelingen (van nature ben ik namelijk luiig). Ik woon aan de rand van de stad en in het uitgebreide buitengebied wandelen veel mensen. Veel solo-wandelaars maar ook veel stellen die in de ochtend een rondje lopen.

Gek genoeg, geniet ik heel erg van de korte begroetingen: ‘goedemorgen’, ‘hallo’, ‘lekker wandelweer hé’, ‘mooie wandeling’ en we lopen gewoon verder. Ik ken de mensen niet, maar iedereen is vriendelijk, glimlacht, geniet van het buiten zijn. Simpele kleine gebaren, groot geluk.

Dat ervaarde ik ook toen ik bij de crematie van de moeder van mijn vriendin was. Hoewel gewoon in de regio, was het toch een soort wereldreis: stukje met de fiets, even in de bus, uurtje in de trein en daarna een stuk lopen. Mooie ouverture van het afscheid van een bijzondere vrouw.

Tijdens de uitvaart zelf ontmoette ik aardige mensen. Ze spraken niet alleen lovend en met humor over hun moeder, tante, oma, buurvrouw, vriendin …  de gasten waren ook geïnteresseerd in elkaar: ‘wie bent u’, ‘waar komt u vandaan’, ‘wat een persoonlijkheid was ze hé’. Klein gebaar, groot geluk. Het maakte de uitvaart tot een weldadig moment, wat opmerkelijk is voor een crematie.

Graag alleen zijn maar ook kunnen genieten van simpel contact op  de juiste momenten: ik neem het beste van alles.