Column: nooit te oud voor een feestje

Column: nooit te oud voor een feestje

Begin november van het afgelopen jaar, zaten we in de Corona versoepeling. Toén waren we heel blij met de hernieuwde vrijheden. Later kregen we spijt omdat de besmettingen weer hard toesloegen.

Mijn beste vriend Teun, besloot een feestje te geven. Het werd tijd voor iets vrolijks na bijna twee jaar Corona dal. Natuurlijk wilde ik helpen bij de voorbereidingen. Wat is leuker dan plezier regelen! Dus app-groepje aangemaakt, verleidelijke uitnodiging gestuurd, originele hapjes bedacht en recepten uitgezocht, boodschappenlijstje gemaakt.

De reacties stroomden binnen en klonken enthousiast: ‘Eindelijk …’ en ‘Jaaaa … ik kom zeker’.

De leeftijd van de vrienden ligt tussen de 65 en 80 jaar. ‘Iedereen is wel oud hé; wordt het wel leuk?’ vroegen we ons af. We wilden een energiek, levendig feestje, met muziek en dans. Daarbij was het niet onze bedoeling om tijdens het feestje, zelf in de ‘bediening’ te staan vanwege gasten die moeilijk lopen, evenwichtsproblemen hebben of slecht horen.

Teun en ik zijn bijzonder tevreden over onze eigen levendigheid en energie; gelukkig was de conclusie dat wij heus niet uniek zijn en dat ook onze vrienden jong van hart en jong van geest zijn. Dus echt wel ‘feestmateriaal’.

Die voorbereidingen: op zich al een feestje. Naar de markt voor noten en olijven. Naar de deli aan de andere kant van de stad voor de lekkerste Franse kaas en stokbrood, de visboer om de hoek voor verse haring en garnalen. En overal proeven natuurlijk.

Gelukkig kunnen we goed samenwerken in de keuken: de een hakt en snijdt, de ander braadt en bakt. Het huis in feestsfeer inrichten met kaarsjes en lampionnen, ging ook goed én we waren eensgezind over de samen te stellen playlist.

Wij beleefden ons ‘finest hour’ grofweg in de jaren 60 en 70. Struinden discotheken en clubs af om te dansen op: Earth, Wind & Fire en Sam and Dave. Voor de rock liefhebbers streamden we natuurlijk Jimmy Hendrix, The Doors en Deep Purple.

Het echte feest moest nog beginnen maar Teun en ik  waren al in feeststemming: komkommer snijden op Pappa was a rolling stone, humus kloppen op Mrs. Robinson, broodjes smeren op A boy named Sue. Wat is het leven zonder muziek … en zonder eten.

Ineens is het vier uur, het feestje kan beginnen. De één arriveert met rollator, de ander steunt op een wandelstok, maar bij binnenkomst is er meteen hilariteit. Warme complimenten stromen ons tegemoet. Gesprekken barsten meteen los. Iedereen wil weten waar de ander mee bezig is, heeft zin in verhalen vertellen en in onze hapjes en drankjes: ‘proost, op een leuk leven’.

Boomers saai en sloom? Verre van dat. Boeiend, grappig, lenige geest. Eén stel is al zestig jaar bij elkaar. Ze vertellen smakelijk over de stormen én zonnestralen van hun relatie: van vrije liefde via korte scheiding tot warm stabiel huwelijk.

Een ander is al jarenlang alleen, eigen keuze, maar geniet volop van leuke reisjes, stadswandelingen, culinaire uitstapjes, alleen of met een leuke verloofde. In een ander hoekje, vertelt iemand over zijn persoonlijke ontwikkeling van streng gelovige tot vrijdenker op zijn zeventigste.

De vrienden zijn actief, gaan erop uit, zijn lid van een filmclub of ‘maatje’ voor een minder gezonde oudere, sommigen hebben hun passie opgepakt en zingen in een koor. Luchtig én de diepte in en daar tussendoor: dansen. Le Freak op max volume. Net als toen, móet je hier op dansen, of op z’n minst op je stoel wiebelen.

Er wordt een plekje vrijgemaakt om te dansen. Veel ruimte is niet nodig, immers, niemand maakt meer een spagaat of waagt zich aan wilde rock & roll moves. We voelen ons weer twintig. Hoewel de minirok en plateauzolen hebben plaatsgemaakt voor de maxi jurk met comfortabele Clarks; de spirit is er nog altijd. Ging het toen over de oliecrisis en treinkapingen, nu raken we niet uitgepraat over Corona en vaccinaties. Net als toen moeten die negatieve emoties eruit: dansen als therapie.

Is dan nergens te merken dat we toch een groepje (kwetsbare) ouderen zijn? O jawel. Rond een uur of negen is iedereen vertrokken: ‘wat was het leuk … maar ik ben bekaf’.