Column: ongedierte

Column: ongedierte

Met een lekker zonnetje en een windje in de rug is het goed fietsen door het bos. Nu lijkt dat iets simpeler gesteld dan het in werkelijkheid is, want zo’n bos zit ook zonder weerwolven en witte wieven vol met gevaren. Neem nu alleen al het elkaar passeren.

De paadjes in het bos zijn altijd berekend op anderhalve fiets, zodat het een kwestie van het recht van de sterkste wordt. Is de passant een bibberige oude van dagen, dan kun je die met een norse blik nog wel eens de brandnetels in sturen.

Maar is het een jonge knaap op een mountainbike dan is het raadzaam om zelf even het mulle zand aan de andere kant in te duiken. Vreemd overigens, want die mountainbikes zijn bedoeld voor het ruige terrein, maar ik ben nog nooit een mountainbiker tegengekomen die van het asfalt af te branden was.

Vervolgens zijn daar de insecten. Vliegen, wespen, muggen, teken, spinnen: je kunt het zo gek niet bedenken of je krijgt er per fietstocht minimaal één in je mond (vlieg), in je haar (wesp), in je oog (mug), in je bilnaad (teek) of op je hand (spin). Om over de rode bosmieren op je kuiten nog maar te zwijgen.

Maar tegenwoordig zie je ook een ander soort ongedierte door het bos zwoegen. Ze lopen op twee poten en slepen er nog eens twee harde, puntige poten moeizaam achteraan. Je moet goed opletten: aan het zure bekkie kun je al zien dat deze speling der natuur gevaarlijk is.

Ze zijn immers gewapend met die extra harde poten waarmee ze kunnen prikken of gooien, of die ze doodleuk tussen je spaken kunnen steken.

Het zijn de gevreesde Nordic Walkers. Als je in bergachtig terrein woont (de Ardennen of Scandinavië) kan ik me nog iets voorstellen over geloop met stokken. Maar wie op het heuvelachtige terrein van de Veluwe – of nog erger: door de binnenstad – met twee stokken gaat lopen moet er tegen kunnen dat voorbijgangers een glimlach niet kunnen onderdrukken, al is het dan met gevaar voor eigen leven.

Nordic Walkers nemen hun bezigheid namelijk zéér serieus, en wee je gebeente als je daar een grappig bedoelde opmerking over maakt.

Voor wie het nog niet helemaal begrepen heeft: Nordic Walking is – volgens een van mijn vrienden – een manier van voortbewegen waarbij iets te grote passen worden gemaakt met behulp van twee iets te lange stokken, tengevolge waarvan de liezen iets teveel opgerekt raken wat overdag leidt tot een iets te blije grimas – zo van: kijk mij eens lekker sportief wezen – en ’s avonds tot een knietjes-bij-mekaar-houding om in ieder geval iets te compenseren van het overrekte gevoel. Een mooie omschrijving, maar ik ben het niet helemaal met hem eens: de Walkers die ik tegenkom doen geen enkele moeite meer om blij te kijken.

Wat mij overigens ook opvalt: op de websites over Nordic Walking (mét hoofdletters, het is een Serieuze Sport!) zie je steevast vrolijke jonge mensen, terwijl je in de praktijk kunt stellen dat, in het onwaarschijnlijke geval dat ik mee zou gaan lopen, de gemiddelde leeftijd van de Walkers met sprongen terug zou lopen.

Maar ik ben er nu achter hoe dat komt: Nordic Walking is gewoon een groep van grijze fundamentalisten, die nu eindelijk eens iets terug kunnen doen voor al die jaren dat wij ze op de fiets de brandnetels in hebben gestuurd…