
Majesteit,
Vorig jaar heb ik mijn column rond Koningsdag laten doorschemeren dat ik zeer vereerd zou zijn met een koninklijke onderscheiding. Maar het kan verkeren. Ik heb besloten om dit jaar van een lintje af te zien.
Nee, dat heeft niks te maken met het feit dat een minister de koninklijke onderscheiding heeft gedegradeerd tot een politiek steekspel(tje). Maar het heeft alles te maken met een grote groep mensen die deze onderscheiding véél meer verdienen dan ik: de onzichtbare werkers in de verpleeghuizen.
Het zijn mensen die zich uit de naad werken. Nu zijn er natuurlijk nog veel meer mensen die keihard werken, maar over het algemeen worden die daar dan ook voor beloond. En zo niet, dan gaan ze samen met de vakbonden de straat op en leggen ze het werk neer om dat duidelijk te maken. Vaak met resultaat. Kijk maar naar de apothekersassistenten die -terecht- een flinke loonsverhoging hebben gekregen als inhaalslag.
Zij kunnen niet zomaar de zaak voor een dag staken sluiten
De werkers in de verpleeghuizen gaan niet de straat op. Zij kunnen niet zomaar de zaak voor een dag staken sluiten, want wie zorgt er dan voor dat ‘hun’ bewoners uit bed worden geholpen? Wie geeft ze dan hun broodnodige medicijnen, hun medische verzorging? Familieleden die dat deels zouden kunnen doen zijn niet alleen vaak zelf al op leeftijd, maar de mensen in verpleeghuizen zijn daar meestal komen wonen omdat de zorg thuis nou net te zwaar werd.
Dus gaan de werkers in de verpleeghuizen door voor een bescheiden salaris. Ja, ze hebben onlangs met tegenzin een bescheiden loonsverhoging gekregen, maar nog steeds is het een salaris (dik woord voor een dun loonzakje) waarvoor de meeste mensen niet uit bed komen. Dus loopt het tekort aan mensen die dit mooie vak willen uitoefenen alleen maar op. Vallen nieuwe collega’s vaak uit omdat ze onderschat hebben hoe zwaar dit werk is.
Je moet van goede huize komen en een heel groot hart hebben om voor dit vak te kiezen
Bovendien moet je tegenwoordig een steeds hogere indicatie hebben om überhaupt opgenomen te kunnen worden in een verpleeghuis, dus de mensen die er wonen hebben steeds meer en zwaardere zorg nodig. Het daardoor steeds zwaardere werk moet door steeds minder mensen gedaan worden.
En ja: we hebben voor ze geklapt tijdens de coronacrisis, toen ze zonder beschermingsmiddelen hun werk moesten doen. Er is voor ze gezongen. Maar er is niets gedaan aan de werkdruk en heel weinig aan de beloning die daar tegenover staat, zodat je van hele goede huize moet komen en een heel groot hart voor anderen moet hebben om voor dit vak te kiezen. En is de kans meer dan levensgroot dat, als u en ik later hun zorg nodig hebben, die mensen er niet meer zijn.
En daarom, majesteit, zie ik dit jaar af van een lintje. Geeft u die maar aan al die werkers in al die huizen. Want deze onzichtbare mensen verdienen het écht. Volgend jaar zien we wel weer verder…