Wie wil er nou niet een beetje leuk oud worden? Vitaal en levenslustig, blijven doen wat je leuk vindt en je niet aanpassen aan ‘wat hoort.’
Als 70-jarige ben ik redelijk gezond. Al zou aanpassing van mijn leefstijl, mijn gezondheid ten goede komen: maar lekker eten en drinken zijn té verleidelijk en matigen onmogelijk.
Ik fiets veel, want geen auto, op een analoge fiets; voor mij geen luie e-bike. Als ik nou elke ochtend ook nog de vijf Tibetanen zou doen, verlengt dit dan mijn leuke leven? Ik heb er weinig zin in.
Verder is het de bedoeling nog dit jaar naar de tentoonstelling ‘Living Looonger; hoe wil je oud worden’ te gaan. Om tips te krijgen over, niet perse langer, maar wel leuker leven. Uitjes met vrienden zorgen ervoor dat ik blijf lachen en qua mode en make-up ben ik fan van ‘less is more’. Alles bij elkaar is mijn leven best leuk. Veel minder frivoliteiten dan vroeger, dat wel, maar toch ben ik overwegend een blije oudere.
Ik hoopte altijd op een tien, maar meestal was het een zesje
Honderd procent leuk oud worden, dat lukt natuurlijk niet. Mijn kindertijd was niet honderd procent leuk en de pubertijd ook niet. Honderd procent vind ik trouwens onhaalbaar. Mijn schoolresultaten waren dat niet: ik kan me niet heel veel tienen herinneren en de relaties in mijn leven waren dat zeker niet: ik hoopte altijd op een tien maar meestal was het een zesje of een dikke onvoldoende.
Via deze lange inleiding kom ik bij De gedichtenapotheek van Philip Huff. Een verzameling gedichten als medicijn voor als leuk leven even niet lukt.
Want hoe leuk ik ook probeer te leven, soms raak ik in een groef van angst, piekeren, zelfhaat, waar ik moeilijk uitkom.
In een dergelijke stemming, ben ik blij met mijn medicijnkastje met gebruikelijke attributen: een thermometer, een zooitje pijnstillers, pleisters, insuline, vitamines én sinds kort De gedichtenapotheek.
Je vindt er voor allerlei kwalen een passend gedicht plus bijsluiter
In deze grijze weken dacht ik regelmatig aan mijn ouders en mijn veel te vroeg overleden zusje. Aan een warme vriendschap die door begrijpelijke omstandigheden bekoeld is. In de Gedichtenapotheek vond ik Verlicht van Andrea Cohen met de bijsluiter van Philip Huff; het bood troost én nieuwe energie. Zo vind je voor allerlei kwalen: onrust, stress, spijt, verdriet, een passend gedicht plus bijsluiter.
Net als muziek, kan een gedicht je optillen: tonen, ritme, woorden hebben die fijne eigenschap.
De kracht van woorden ken ik al lang. In mijn pubertijd schreef ik theatrale gedichten over ruzies tussen mijn ouders, liefdes die niet echt bleken en vriendinnen die stookten. Nu vind ik ze kinderachtig en armoedig maar toen vond ik troost bij het schrijven, het zoeken naar de juiste woorden en vooral het heel vaak teruglezen.
Gedichten schrijf ik niet meer, maar als ik inspirerende, bemoedigende teksten tegenkom, noteer ik dat in mijn kleine boekje, dat altijd in mijn tas zit. ‘When they go low, we go high’ van Michelle Obama: eenvoudig en resoluut. Zou het kabinet Schoof daar ooit van gehoord hebben?
Of de woorden van Nazim Hikmet ‘Brood en poëzie zijn dezelfde substantie’ waarin hij het verband legt tussen voeding voor het lichaam en voeding van de ziel.
Nee, voor mij geen goede voornemens voor het nieuwe jaar. Gewoon m’n best blijven doen om leuk oud te worden en misschien af en toe even in de gedichtenapotheek rommelen of in mijn kleine boekje bladeren.