Column: vrienden, buddy’s, maatjes, BFF’s

Column: vrienden, buddy’s, maatjes, BFF’s

Toen: een ongezellige kantoortuin met te veel collega’s op de vierkante meter, twee jonge mannen die de hele tijd zitten te giechelen. Zij werken op de financiële afdeling en ik doe de administratie.

Er is duidelijk een klik tussen ons; iets waarvan de betekenis niet met woorden is uit te leggen. We halen koffie voor elkaar, krijgen de slappe lach. Als zij druk zijn, doe ik hun kopieerwerk en als zij geen geld op zak hebben, vragen zij mij een tientje voor de lunch in de kantine.

We maken ruzie over wie welke krant leest, foute kleren draagt, weer eens op de verkeerde verliefd wordt of te veel aandacht vraagt. Tussen de middag lopen we een rondje en aan het eind van de dag, drinken we regelmatig een glaasje op een terras. Zij dichten mij veel moederlijke eigenschappen toe en ik laat hen graag in die waan. Zo was het twintig jaar geleden.

Nu: zitten we in een app-groepje: MMM, naar de eerste letters van onze namen. We werken al lang niet meer samen. Ik geniet van mijn pensioen en de ene M werkt al jaren voor een andere organisatie. We zijn nog steeds bevriend; er is nog steeds die klik. Soms zien we elkaar een poos niet, maar dan is er altijd wel eentje die appt ‘zullen we weer iets gaan doen met z’n drietjes?’

Dan ontdekken we: twintig jaar ouder maar nog net zo spontaan en hartelijk met nog meer waardering voor elkaar en altijd klaar om te helpen, te troosten en heel veel samen te lachen.

MenM, inmiddels vijftigers. Als er zorgen, problemen, levensvragen zijn, praten we daar uitgebreid over. Niet dat ze naar mijn adviezen en goede raad luisteren, maar erover praten helpt. Net als in echte ouder/kind relaties is de rolverdeling veranderd naarmate we ouder werden. Zij geven mij nu levensadviezen, helpen bij klusjes in huis, vragen of ik een alarmknop voor senioren wil hebben.

Afgelopen zondag kwamen ze lunchen. Onverwacht. Zoals altijd was het gezellig en hadden we veel te vertellen. Uiteraard over foute kleding, welke krant we lezen en hoe het staat met ons liefdesleven.

Uiteindelijk kwamen we bij mijn ‘puntje van zorg’. Want, paste mijn huis vroeger goed met man en kind, in mijn eentje is het te groot en te bewerkelijk. Het is echt tijd om te beslissen of ik mijn huis zal verkopen of laat opknappen om hier te blijven wonen.

Adviezen, aanbevelingen en praktische raad vlogen over tafel. De mannen stelden relevante vragen: ‘waar wil je oud worden, is dit huis comfortabel genoeg, is de buurt naar je zin, wil je een extra hypotheek afsluiten voor een verbouwing …’ Ze verzekerden mij, te zullen helpen, wát mijn beslissing ook zal zijn.

Dat is hartstikke lief en het geeft mij een gerust gevoel dat ik met hun hulp, wel tot een beslissing kom. Ik bedoel: ik vind het moeilijk om grote beslissingen te nemen en om hulp te vragen. Vaak doe ik dan helemaal niets totdat het te laat is. Mijn bff’s geven me moed en energie.

We zijn dus al twintig jaar vrienden. Ik koester die vriendschap. Ze vragen niet meer om een tientje voor de lunch in de kantine. In plaats van dansen in een club, maken we wandelingen in het bos. We drinken minder witte wijn en meer gemberthee en liever dan een daghap op het terras, koken we bij elkaar thuis.

Geweldig gezellig. En met gestage stappen gaan we onderzoeken wat de beste woonsituatie voor ‘moeder’ is. Ik ben blij.