Column: wandelclub

Column: wandelclub

Wandelen is een bezigheid die je prima in je eentje kunt doen, maar het is ook een vorm van bewegen die je juist daardoor ook heel gemakkelijk overslaat. Als het koud is. Of nat. Of als het hard waait of de zon fel schijnt.

Om voor mezelf toch een beetje een stok achter de deur te hebben meld ik mij aan voor een wandelgroepje. Eén keer in de week een uurtje samen wandelen, ook als het weer een beetje tegenzit, dat moet ik toch wel overleven.

Ik koop er een heuse sportbroek voor, trek mijn wandelschoenen aan en fiets richting beginpunt. Toch een beetje gespannen, want hou ik het tempo wel vol?

Bij het beginpunt verzamelt zich een groepje mensen die enigszins verbaasd kijken naar mijn sportbroek, maar ze zijn te beleefd om er iets over te zeggen. Iedereen heeft zijn of haar dagelijkse kloffie aan, alleen het schoeisel is een beetje aangepast.

De ‘juf’ geeft het startsein en na vijf meter ben ik degene die verbaasd kijkt. Een blik over mijn schouder en ik zie de anderen lopen op hun dooie gemak. Inmiddels een lekker eindje achter mij, dus mijn zorgen over het tempo kunnen bijhouden zijn ineens niet meer van toepassing.

Ik kom in gesprek met iemand wiens brede schouders, net als bij mij, naar zijn middel zijn afgezakt. Op mijn vraag of hij allang wandelaar is geeft hij aan dat hij eigenlijk alleen maar meedoet omdat zijn vrouw van de dokter meer moet bewegen. Deze wandelclub leek haar wel wat, en om haar te steunen loopt hij nu ook mee. Echte liefde, dus.

We komen in gesprek en blijken allebei vroeger aan bergwandelen te hebben gedaan. Hij tot het hem echt te zwaar werd, ik totdat de gezellige groep waar ik mee wandelde steeds hoger en steiler wilde en ik dat niet prettig meer vond.

Voor ik het in de gaten heb is het uurtje alweer om. Terug op de fiets denk ik nog even terug aan de groep. Hoe ik me vergiste in deze man, die vaker dan ik over stenen en rotsen klauterde in de Alpen. Zou die mevrouw die nu puffend en steunend achteraan liep vroeger net als ik op de racefiets de Veluwe hebben bedwongen?

En ik schoot wel in de lach om die man die na de eerste bocht terug wilde naar het terras, maar misschien heeft hij vroeger wel de Elfstedentocht geschaatst. Wie zal het zeggen?

Enfin, volgende week mag ik weer. Dan zal ik echt proberen mijn oordeel op te schorten tot ik het verhaal van mijn medewandelaars ken…