Column: we gaan verder

Column: we gaan verder

Ons besluit staat vast, 29 januari vertrekken we vanuit El Rompido naar Al’bir, nieuwsgierig naar wat ons te wachten staat. Mijn neef woont daar al 43 jaar en noemt het het mooiste plekje op aarde.       

We gaan nog wel een dag met zijn vieren op pad waarvoor we naar de provincie Huelva moeten reizen, naar het plaatsje Palos de Frontera. Het is de moeite waard. Daar staat namelijk het Mueller de Las Carabelas; een prachtig openluchtmuseum waarvandaan Columbus zijn ontdekkingstocht begon.

Je kunt ook binnen kijken waar je veel documentatie en voorwerpen ziet, netjes uitgestald in vitrines. Zoals een pak dat in deze tijd een kind zou passen. De drie schepen waarop je kunt ronddwalen zijn tot in precisie nagemaakt. Indrukwekkend. 

In een uitmuntend restaurant in El Rompido vieren we een verjaardag en word ik verwend op een visschotel wat een waar kunstwerk is. Ook zitten we diverse keren heerlijk met ons gezicht in de zon bij de zee. Het ontbreekt ons aan niet maar toch gaan we verder.

In het weekend is het gezellig druk maar door de week is het erg stil, want de echte Spanjaarden leven hoofdzakelijk binnen. Vanwege het klimaat zijn de huizen donker en koel. En dat begrijp ik, want in de zomer is het bloedheet. Van half 11 tot 16.30 uur zitten we als rare Hollanders zo bloot mogelijk in de zon en daar begrijpen de inwoners niets van. In de avond zitten we bij de kachel in de donkere kamer en dat is minder leuk.   

Het afscheid van El Rompido is wonderlijk en geeft een herinnering die ik nooit meer zal vergeten. Omdat de bowlingclub van onze vrienden bezig is, zit ik in mijn eentje heerlijk te mijmeren langs het water tot er plotseling -uit het niets lijkt wel – prachtige professionele klanken mijn kant op komen.

Het lijkt wel een accordeon denk ik en ja hoor, om het hoekje zit een (Nederlandse) man met zijn ogen dicht prachtige muziek te maken. Van Adele tot zigeunermuziek, maar ook wegdroom en meezingliedjes. En dat terwijl ik de zon in de zee zie zakken. 

We nemen afscheid van onze vrienden en gaan weer op pad. Onze reis verloopt goed. Om ongeveer 16.00 uur zien we enorme torenflats oprijzen. Zou dat Benidorm zijn? Oh jee! Door een verkeerde afslag belanden we er middenin, dat is wel een erg groot verschil met waar we vandaan komen.

Ik bel mijn neef op want we hebben afgesproken bij de Mac. In Al’bir zegt hij verbaasd: je bent er bijna. Na 15 minuten schudden we elkaar de hand  en halen we opgelucht adem. Hij rijdt ons voor naar het appartement dat we van hem kunnen huren en het is fantastisch.

Het is van alles voorzien, maar zeker het uitzicht is top. Vol verbazing kijken we over de lage huizen heen, zo naar blauwe zee. Na een goede nachtrust worden we verlicht door de zonsopgang in de lichte kamer, dat is heerlijk wakker worden. Na wat acclimatiseren haalt mijn neef ons 2 dagen later op en laat ons de omgeving zien.

Hij weet mooie plekjes die we op eigen houtje nooit hadden kunnen vinden, zoals de natuurlijke drinkwaterbronnen. Prachtig om te zien. Hij laat ons kennis maken met echt tradioneel Spaans eten en laat ons zijn huis zien in l’alfa del Pi. 

Vanuit ons verblijf is het 10 minuten lopen naar de prachtige boulevard en 5 minuten naar het centrum waar we regelmatig op een van de druk bezochte terrasjes zitten.

Daar bespreken we wat we allemaal willen doen maar dat komt de volgende keer.