Werken in het onderwij is leuk. Mensen die in het onderwijs werken willen later achter de geraniums dan mensen in andere sectoren.
Docenten het minst graag achter de geraniums
Werken in het onderwijs is leuk. Dat lijkt één van de conclusies van onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mensen die in het onderwijs werken willen namelijk later met pensioen dan werknemers uit andere sectoren. Waar de Nederlandse man het liefste met 63 jaar en 4 maanden met pensioen gaat, willen mannen in het onderwijs dat gemiddeld twee jaar later. Mannen die werkzaam zijn in het hoger onderwijs willen zelfs ruim drie jaar later met pensioen. Ook vrouwen in het onderwijs willen later dan gemiddeld met pensioen. Toch betekent deze wens niet dat ze ook daadwerkelijk later met pensioen gaan….
Voornemen om 1,5 jaar langer door te werken dan gemiddeld
De leeftijd tot waarop werknemers in het onderwijs door willen werken verschilt per onderwijstype, geslacht en functie binnen het onderwijs. Gemiddeld willen werknemers in het onderwijs tot hun ruim 64ste jaar voor de klas blijven staan. Dat is anderhalf jaar langer dan het landelijke gemiddelde. Voor mannen geldt dit verschil echter sterker dan voor vrouwen. Mannelijke leraren willen 1,8 jaar langer lesgeven en vrouwelijke leraren 0,9 jaar. Daarnaast valt ook op dat hoogleraren en docenten in het hoger onderwijs het minst graag afscheid nemen. Zij zouden tot bijna hun 67ste aan de slag willen blijven. Voor managers binnen het onderwijs is dit ruim 65 jaar, voor docenten in het secundair onderwijs ruim 64 jaar en docenten in het speciaal onderwijs bijna 64 jaar.
Uit het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek komt naar voren dat vooral jonge werknemers in het onderwijs (25- tot 35-jarigen) aangeven langer te willen werken dan leeftijdsgenoten in andere sectoren. Gemiddeld een jaar langer. Bij andere leeftijdscategorieën liggen de gewenste pensioendata dichter bij elkaar.
“Docent zijn is een roeping”
“Docent zijn is eigenlijk een roeping, als je het niet leuk vindt, dan hou je het niet lang vol”, aldus Boudewijn Ross (69) die na zijn pensionering nog werkzaam is als invaldocent. “Het werken als docent doe ik omdat ik het leuk vind, niet voor het geld. Het contact met jonge mensen vind ik ontzettend leuk. Zowel de leerlingen als de jongere collega’s. Ik vind het leuk om ze te helpen, want we moeten het samen doen in deze wereld. Wanneer ik zie dat een leerling plezier heeft en zijn best doet, loop ik graag nog een paar passen harder.”
Verschil tussen wens en werkelijkheid
Opvallend is echter dat uit het onderzoek ook naar voren kwam dat de daadwerkelijke pensioenleeftijd binnen het onderwijs (63,6 jaar) lager is dan wensdatum (64,3 jaar). In andere sectoren ging men zelfs later met pensioen dan in het onderwijs. Als er naar de daadwerkelijke data wordt gekeken en niet naar de wensen van werknemers is er dus een verschil te zien tussen wens en werkelijkheid. Zo was er in de landbouw en visserij de gemiddelde pensioenleeftijd 67,3 jaar, de horeca 65,1 jaar en in de zakelijke dienstverlening 64,8 jaar. Hoe dit verschil tussen wens en realiteit te verklaren is, komt in het onderzoek niet naar voren.
