De groep mensen die blijft werken na pensionering wordt steeds groter. Ook op Leefjepensioen.nl zijn enthousiaste doorwerkers te vinden. Je leest hier waarom ze dit doen.
Waarom doorwerken na pensioen? Daarom!
Het aantal 65-plussers dat na hun pensioen blijft werken is de afgelopen jaren drastisch gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek. Waar twintig jaar geleden iets meer dan vijftigduizend mensen na hun pensioen bleven werken, waren dat er afgelopen jaar al meer dan tweehonderdduizend. Een stijging van maar liefst driehonderd procent. Eén op de drie gepensioneerden geeft zelfs aan dat hij of zij liever wat langer had doorgewerkt en dus bij voorkeur later met pensioen was gegaan. Die groep is groter dan de groep mensen die liever eerder met pensioen was gegaan. Doorwerken na je pensioen lijkt dus een trend. In dit artikel lees je over de beweegredenen achter doorwerken na pensioen.
“Ik ben 65 jaar oud, maar véél te jong om met pensioen te gaan”, vertelt Cor Weenink. Ze legt nadruk op het woord veel door het lang uit te rekken. Na haar pensionering is ze niet gestopt met werken, maar een eigen bedrijfje begonnen. Haar nieuwe levensfase ging gepaard met een nieuw avontuur. Een sprong in het diepe. Of een uitdaging, zoals ze zelf zegt. “Je moet positief van aard zijn”, zegt ze daarover, “geen doemdenker”.
Weenink is niet de enige 65-plusser die na zijn of haar pensionering een nieuw werkavontuur aangaat of blijft doorwerken bij de oude werkgever. Maar liefst één op de twaalf 65- tot 70-jarigen werkt nog meer dan twaalf uur per week. De doorwerkende 65-plussers werken gemiddeld nog achttien uur per week. Uit onderzoek van het ING Economisch Bureau blijkt dat 89% van de ondervraagde 65- tot 70-jarigen vindt dat een deel van hun leeftijdsgenoten is staat is om door te werken. Eén op de drie geeft zelfs aan dat dit voor het merendeel van de leeftijdsgenoten mogelijk moet zijn en vijf procent van de ondervraagden vindt zelfs dat alle 65- tot 70-jarigen kunnen werken; fysiek en mentaal gezien. Dat er op grote schaal wordt doorgewerkt staat dus vast, maar waarom?
Doorwerken na pensioen; later begonnen dus ook later stoppen
Toen de pensioendatum van Joanne de Graaf dichterbij kwam, realiseerde zij zich dat ze nog helemaal niet op het punt was waarop ze wilde stoppen met werken. De Graaf bevond zich op haar 65ste gevoelsmatig in de bloei van haar carrière. Waarschijnlijk omdat ze pas op latere leeftijd begon met werken, legt ze uit. Ze begrijpt dat mensen die al een werkend leven van veertig jaar achter de rug hebben op hun 65ste toe zijn aan hun pensioen, maar zelf was ze nog niet zo ver. Het is een herkenbaar verhaal voor Maatje van Steenbergen die ook pas op latere leeftijd begon met werken: “Nu ik 65 ben moet ik eigenlijk met pensioen, maar ik ben mijn werk voorlopig nog niet zat”.
Doorwerken na pensioen; thuiszitten niets voor mij
“Thuiszitten op een stoel is niets voor mij”, zegt ook Lucas de Vos die inmiddels is gestopt met werken, maar tot zijn 74ste heeft doorgewerkt. “Officieel ben ik met mijn 65ste met pensioen gegaan, maar ik heb veel langer doorgewerkt. Vlak voor mijn pensioen verloor ik mijn baan als schooldirecteur. Omdat het moeilijk was om een baan te vinden, ben ik met een eigen bedrijfje lesmateriaal gaan verkopen aan scholen. Dat ben ik blijven doen tot mijn 74ste jaar.” In principe had hij nog veel langer kunnen doorwerken vertelt De Vos, maar omdat zijn vrouw hem thuis nodig had besloot hij een dat er een einde kwam aan zijn doorwerk-carrière.
Ook voor de twee vriendinnen Jos Schouten en Binia Braam was thuiszitten niet wat ze voor ogen hadden toen ze met pensioen gingen. Na hun pensionering begonnen ze samen de wolwinkel “Steekje los”. De schattige Franse winkeltjes vormden de inspiratie voor hun doorwerk-carrière. Het had heel wat voeten in aarde, maar zo stelt Braam: “van thuiszitten ga je je niet beter voelen”. “Ik zou adviseren om bij wijze van spreken Russisch te gaan leren, doe in ieder geval iets.” Haar vriendin Jos vult aan “Als je thuis blijft zitten dan ga je naar het graf. Je moet iets doen na je pensioen. En als je dat lichamelijk zelf niet meer kunt, trek dan aan de bel en vraag iemand die je komt ophalen.”
Doorwerken na pensioen; nog te jong om te stoppen
“Achter de geraniums zitten en op kleinkinderen passen? Daar vind ik mijzelf nog te jong voor!”, zegt Cor Weenink die ook na haar pensionering een eigen bedrijfje begon. “Een dag in de week oppassen vind ik heel leuk, maar om dat nou 24 uur te doen. Dat past niet bij mij.” Ook Hilde Gezang begon pas op latere leeftijd met werken. Gezang is veertig als ze na een carrière als huismoeder verschillende baantjes uitprobeert. Niets lijkt echt bij haar te passen totdat ze de kans krijgt om als reisleidster aan de slag te gaan. De kans om toe te geven aan haar jarenlange reiskriebels. Net zoals Weenink werkt Gezang na haar pensionering nog enige tijd door. Ze vond het heerlijk om te reizen en wilde nog zo graag blijven werken dat ze op haar 65ste niet met pensioen gaat. Als ze op haar zeventigste precies honderd reizen achter de rug heeft, stopt ze alsnog met doorwerken. Niet omdat ze niet meer geniet van haar werk, maar omdat haar lichaam het reizen niet meer aankan door de artrose. “Tuurlijk had ik graag nog een paar reizen willen maken, naar Peru of het Midden-Oosten bijvoorbeeld. Maar wat ik wel heb zijn de mooie herinneringen aan alle reizen. En pakketjes met foto’s en bedankbrieven die mensen me door de jaren stuurden.”
Doorwerken na pensioen; invulling aan het leven
“Ik heb nooit gewerkt, maar een betaalde hobby gehad”, zegt chemisch technoloog Kees Weterings. Als hij op zijn 58ste verplicht met vervroegd pensioen moet, vindt hij dat naar eigen zeggen een verschrikking. “Het heeft jaren geduurd voordat ik daar overheen was. Ik was gewend aan werk-weken van zestig uur. Ik had wel hobby’s, maar daar kon ik niet al mijn tijd mee vullen.” Tot zijn eigen genoegen wordt hij gelukkig regelmatig door bedrijven ingeschakeld als adviseur, maar als hij 77 jaar is ligt dat werk ook al een tijdje stil. Als hij een vacature ziet waarin gezocht wordt naar gepensioneerde adviseurs, solliciteert hij meteen. “Dat ik nog steeds werk vind ik heel belangrijk”, zegt de inmiddels tachtiger. “Het geeft een invulling aan mijn leven. Op mijn manier lever ik een bijdrage aan de maatschappij. Mijn zoon vraagt weleens wanneer ik met pensioen ga. Ik antwoord dan: “jij weet niet hoe leuk ik dit vind!”
Eenzelfde houding tegenover het pensioen is te vinden bij Paul van ’t Pad Bosch. Toen de reumatoloog een aantal jaar geleden met pensioen ging wist hij één ding zeker: dat hij wilde blijven werken. Daarom richtte hij na zijn pensioen samen met zijn zoon een bedrijf op dat het mogelijk maakte om ook daadwerkelijk aan de slag te blijven. “Je moet vooral niet denken dat het pensioen de enige mogelijkheid is”, stelt Van ’t Pad Bosch. “Je moet niet denken dat het pensioen onontkoombaar is. Je moet actief blijven denken. Wat kan ik eigenlijk? Waar ben ik goed in? En is daar een plek voor in het leven? Meestal is dat zo. Als je actief bent en redelijk gezond, dan kun je nog een goede bijdrage leveren. En iedereen omarmt dat ook hoor. Soms moet je langs een paar hobbels, maar die kun je nemen. En als je ze niet alleen kunt nemen, dan vraag je wat hulp!”
Ben jij ook een doorwerker en herken je deze verhalen? Of heb je andere tips, vragen of inzichten om te delen? Reageer onder het artikel of op onze Facebookpagina.