Toen Nico Hylkema (66) aankondigde dat hij Nederland voorgoed verruilde voor Spanje, reageerde zijn omgeving hoofdschuddend. Inmiddels is hij een halve Spanjaard en voelt hij zich helemaal thuis in zijn nieuwe land.
Vlak aan de Spaanse kust tussen Tarragona en Barcelona, in het Catalonië dat nationale volksheld Johan Cruijff lief had, vond Nico enkele jaren geleden zijn nieuwe thuis. In het Spaanse dorpje Roda de Bera bewoont hij samen met zijn vrouw een appartement. Hier komt hij sinds zijn pensioen helemaal tot rust.
Elke dag de krant, een boodschapje doen, veel boeken lezen, Nico heeft nooit veel nodig gehad om zich te vermaken. Het klussen aan de woning en de verhuizing deed hij samen met zijn vrouw –ze reden verschillende keren met een bus op en neer van Friesland naar Spanje- en daar moesten ze de eerste maanden wel even van bijkomen.
Na het uitrusten kwam het genieten. Genieten van het niets meer hoeven, van het klimaat en van de open Spaanse cultuur.
“We wilden graag ergens gaan wonen waar we onder de mensen konden zijn”
Wennen aan het nieuwe land hoefde Nico niet. Samen met zijn vrouw heeft hij Spanje al goed leren kennen voor zijn pensioen. Nico: “Als journalist recenseerde ik Spaanse en Portugese literatuur voor de krant. Mijn vrouw deed de kunstacademie en studeerde een half jaar in Barcelona. Daar hebben we toen gewoond. Ook reisden we voor onze pensionering al veel door Spanje. De wens om na onze pensionering te emigreren naar Spanje is zo langzaam gegroeid.”
Toen Nico rond zijn 62e zijn baan kwijt raakte, bleek het niet gemakkelijk om een nieuwe baan te vinden. Na een tijd van zoeken en strubbelingen, besloot hij dat het tijd was voor een nieuwe levensfase. Nico: “Ik had er niet zoveel moeite mee om het werkende leven achter me te laten.
Ik kan mezelf goed vermaken en ik keek uit naar een nieuwe stap. We woonden in Nederland op het Friese platteland en daar is het nou eenmaal erg rustig. We wilden graag ergens gaan wonen waar we onder de mensen konden zijn. Dat had natuurlijk ook in Amsterdam gekund, maar we gingen liever naar Spanje.
De kinderen zijn volwassen en wonen in Amsterdam. Ze hebben hun eigen leven en je ziet ze niet zo vaak meer. Ze komen voor een bezoek ook graag over naar Spanje.”
“Je traint je hersenen door een nieuwe taal te leren”
Nico hoeft niet lang na te denken waarom Spanje hem zo trekt. “We houden erg van de open cultuur van de Spanjaarden. Spreek je de taal een beetje, dan bouw je hier al snel een sociaal leven op. Mensen nodigen je uit voor het eten en het is altijd gezellig.
We zijn bewust niet in een gebied gaan wonen waar veel Nederlanders wonen. Voor je het weet zit je alleen maar Nederlands te praten en integreer je nooit echt. We gaan vooral om met lokale Spanjaarden.
De gesprekken die we hebben zijn erg open. We praten over kunst, cultuur en het leven. Het onder de mensen zijn is ons gelukt.” De taal is voor het Nederlandse stel geen probleem. De vrouw van Nico sprak de taal al bijna vloeiend voordat ze gingen en Nico volgde drie jaar lang voor vertrek een cursus Spaanse taal.
“Omdat we sinds de emigratie continu tussen de Spanjaarden zitten, leer je de taal snel. Een ander voordeel van een nieuwe taal leren is dat je je hersenen volop traint.” Aan geestelijke uitdaging heeft Nico sinds zijn pensioen dan ook geen gebrek. Het stel heeft voor de komende jaren nog voldoende op het verlanglijstje staan. “We hebben nog lang niet alles gezien in Spanje. Met name het noorden en zuiden van Spanje kennen we nog niet goed. We gaan dan ook nog flink wat door Spanje reizen op zoek naar de mooie dingen. Het leuke aan emigreren is dat je ergens weer opnieuw begint, in een nieuw land dat je nog helemaal kan ontdekken.”
Heimwee en polarisatie
Heimwee naar zijn geboorteland heeft Nico nog niet gehad en hij verwacht ook niet dat het komt. Ze krijgen in Spanje geregeld bezoek uit Nederland over de vloer en elk kwartaal reizen ze naar Nederland om familie en vrienden te bezoeken. Nico: “Mijn moeder is dement en leeft in een verzorgingstehuis. We gaan er nog regelmatig naartoe, maar eigenlijk heb ik jaren geleden al afscheid van haar genomen. Mijn vrouw heeft ook geen last van heimwee. Zij is er nog gemakkelijker in dan ik. Ze voelt zich al helemaal Spaanse.” Nico voelt inmiddels wel afstand tot Nederland. “Eigenlijk stond de steeds grotere polarisatie in Nederland me al jaren voor onze emigratie tegen. Die polarisatie is in Spanje een stuk minder. Extreem rechtse politieke partijen krijgen hier nauwelijks voet aan de grond. Dat maakt dat ik me in Spanje een stuk beter thuis voel.” Mindere kanten aan het emigreren zijn er volgens Nico wel. Als je je definitief in een ander land gaat vestigen, loop je altijd tegen bureaucratie aan. Inschrijven bij een gemeente, de belasting regelen, je moet vooral heel veel geduld hebben met dit soort zaken.
“Nu hoor ik er niet meer bij”
Het moment dat Nico zich officieel uitschreef als Nederlands staatsburger staat hem nog helder voor de geest. Nico: “Toen had ik echt zoiets van, nu hoor ik er niet meer bij. Voor mij was het een goede stap om het zo te doen en ik kan het iedereen aanraden. Soms hoor je van mensen dat ze de ene helft van het jaar hier wonen en de andere helft daar. Maar zo kies je nooit echt en raak je al snel ontaardt. Je kunt er beter helemaal voor gaan. Zelf ging ik er heel open in. Ik had geen grote verwachtingen opgebouwd hoe het emigreren naar Spanje zou zijn. Tot nu toe bevalt het erg goed. Ik weet niet wat ik in Nederland was gaan doen. We zouden in ieder geval naar een grote stad zijn verhuisd voor wat meer reuring. Ik ben blij dat ik hier in Spanje nog niet tussen de gepensioneerden en babyboomers zit. We gaan om met mensen van alle leeftijden, werkend en niet-werkend. Dat houdt je jong.”