Als ik aan mijn pensioen dacht, dan dacht ik aan het hebben van vrijheid

Als ik aan mijn pensioen dacht, dan dacht ik aan het hebben van vrijheid

Frans Brinkman (71) zet zich sinds zijn pensioen in als vrijwilliger bij o.a. KBO. Zo leert hij bijvoorbeeld ouderen hoe ze kunnen omgaan met een tablet. "Al het vrijwilligerswerk dat ik doe heeft nut."

“Mijn volgers weten dat je hier zit”, zegt Frans Brinkman (71), “ik heb het net op Twitter gezet”. Hij is zo recent nog op het sociale medium actief geweest dat hij zijn tablet nog in handen heeft. De 148 volgers met wie hij dergelijke berichten deelt zijn niet de minste. Van de branchevereniging voor vrijwilligerswerk tot de fractievoorzitter van een partij uit de lokale politiek en zelfs koningin Mathilde uit België volgt hem. Hoewel hij “nooit heeft geloofd” dat zij daadwerkelijk leest wat hij schrijft. Ze volgen hem allemaal omdat hij sinds zijn pensionering een soort ongekroonde ambassadeur voor ouderen is geworden.

Toen Frans in december 2005 stopte met werken viel hij volgens eigen zeggen in een zwart gat. Hoewel hij uitkeek om na 44 jaar te stoppen met werken en zijn baan als hoofd van het projectenbureau van bij BAM Techniek langzaam had afgebouwd, bleek hij toch niet goed voorbereid op het leven zonder werk.

Waar hij in december nog het gevoel had dat hij vol in de aandacht stond tijdens een afscheidsfeest en activiteiten rond de feestdagen, was het in januari opeens erg stil toen hij gepensioneerd thuis zat. Het contrast tussen beide was groot. “In december leefde ik in een roes”, begint Frans te vertellen. “Je neemt afscheid van je werk, er zijn recepties en je hoort dat je belangrijk bent geweest voor het bedrijf. En daarna, op 1 januari, was er opeens niets meer. Daar had ik mij helemaal niet op voorbereid. Als je naar je pensioen toegroeit dan realiseer je je niet dat er op een gegeven moment niets meer is.”

“Ik dacht dat ik mij wel ging vermaken”

“Ik had geen verwachtingen van het pensioen”, vervolgt Frans. “Als ik aan mijn pensioen dacht, dan dacht ik aan het feit dat ik vrijheid zou hebben. Geen verplichtingen meer en geen nerveuze toestanden van dingen die op tijd klaar moeten zijn. En vooral niet meer zestig uur in de week werken.” Wat er dus allemaal van hem af zou vallen, wist Frans wel, maar wat er voor in de plaats zou komen had hij minder scherp op het netvlies.

“Ik dacht vooraf: ik ga mij wel vermaken. Maar je valt wel een beetje in een gat als je werk niet vervangt door iets anders. Dan zit je thuis maar duimen te draaien. Dan heb je zoiets van: wat nu? Dat is een rare gewaarwording. Dat je het zat bent om te werken, maar na een paar maanden al zit te denken: goh en nu?”

Die vraag herinnert de vrouw van Frans zich ook nog goed. Ze memoreert: “hij kwam thuis te zitten en vroeg mij: “wat nu?”. Ik had mijn vrijwilligerswerk, maar bij hem zag je dat de verveling de hoek om kwam kijken.” Echt zorgen maakte zij zich echter niet: “hij is ondernemend genoeg om in zo’n situatie weer zijn weg te vinden en dat is aardig gelukt.” Ze lacht terwijl ze zegt: “hij is bijna weer net zo veel weg als toen hij werkte. Ik heb weleens gezegd dat ik drie weken van te voren moet aanvragen als er even een momentje moet zijn om samen iets te doen.”

“Met minder dan een bestuursfunctie neem ik geen genoegen”

In eerste instantie vindt Frans die invulling door een adviesbureautje te beginnen. Zo zet hij zijn oude werk een beetje voort. Maar: “dat adviesbureautje was niet genoeg om te doen, dus ben ik gaan zoeken naar vrijwilligerswerk. Ik heb toen gekeken op de website van de vrijwilligerscentrale in Zeist. Daar kwam ik KBO tegen.

In eerste instantie heb ik toen gesolliciteerd voor een functie als bestuurslid bij de afdeling in Zeist. Je zou kunnen zeggen dat ik met minder dan een bestuursfunctie geen genoeg neem”, zegt Frans lachend. “Tijdens mijn werk was ik bijvoorbeeld ook tien jaar voorzitter van de personeelsvereniging. Ik ben een echte organisator.”

Tot zijn teleurstelling had KBO Zeist echter geen nieuwe bestuursleden nodig. “Maar ze gaven mij wel de tip dat de Provinciale KBO wel bestuursleden zocht. Ik heb toen meteen met de voorzitter gebeld en binnen twee dagen was het geregeld.

Door mijn achtergrond op het gebied van techniek kreeg ik de portefeuille Wonen, Mobiliteit en Toegankelijkheid. Dan hield ik mij bezig met dingen zoals seniorenwoningen en het reizen met de ov-chipkaart in het openbaar vervoer. Daarnaast ben je als bestuurslid van de Provinciale KBO ook contactpersoon voor een aantal lokale afdelingen. Dus ik kreeg KBO Stad-Utrecht, Leidsche Rijn, Leusden en Achterveld toegewezen.” Inmiddels is Frans geen bestuurslid meer van de Provinciale KBO, maar bij de lokale afdeling in Leidsche Rijn is hij wel blijven plakken. Wederom als bestuurslid.

Maar daar is het niet bij gebleven. Inmiddels doet Frans ook huisbezoeken waarbij hij controleert of ouderen veilig wonen. Hij neemt dan samen met bewoners een hele checklist door. Doen ze bijvoorbeeld zomaar voor iedereen de deur open? Doen ze de deur op slot als ze even naar de supermarkt gaan? En zit de trapleuning wel goed vast? Iets wat hij inmiddels bij zo’n veertig tot vijftig mensen heeft gedaan.

Oma een tablet is leuk, toch?

Sinds een jaar of vier geeft Frans daarnaast ook lessen aan ouderen die behendig(er) willen worden op een tablet. “Vier jaar geleden kwam Manon Vanderkaa, (destijds red.) de directeur van Unie KBO, met het project alle ouderen aan de tablet. We promoten dat in het kader van de moderne technieken, maar ook omdat over een aantal jaar het contact met je huisarts via de tablet verloopt. Dan bespreek je je bloedwaardes via Skype of stuur je gegevens van je hartslag door. Of als je je gesneden hebt dan maak je een foto en mail je die. Dan zegt de arts vervolgens of je er een pleister op moet plakken of toch even langs moet komen om het te hechten. Dat zit er echt aan te komen”, benadrukt Frans stellig. “Ik ben onlangs op bezoek geweest in de Tweede Kamer. Toen vertelde minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat zij dat e-health gebeuren ook helemaal ziet zitten.”

Maar voor veel ouderen zou dat momenteel een groot probleem zijn, omdat ze eigenlijk geen idee hebben hoe een tablet werkt.. “Hoe het nu vaak gaat is dat kinderen of kleinkinderen zeggen: “oma een tablet is leuk! U krijgt er van ons wel één voor uw verjaardag”.

Maar dan krijgen die ouderen een iPad en dan denken ze: wat moet ik met dat stomme ding? Ze hebben geen idee. Daarom stellen de kinderen of kleinkinderen hem vaak dan “even” voor oma in. Dan maken ze bijvoorbeeld een Apple ID met een wachtwoord, maar vergeten vervolgens het wachtwoord op te schrijven. En dan heeft oma een probleem.

Of dan zetten ze allemaal spelletjes op de tablet waar oma helemaal niet op zit te wachten. En daarna zeggen ze: “oma hij doet het, je kunt er nou mee werken”. Maar dan heeft dat goede mens geen flauw idee hoe het apparaat werkt en gaat ze maar wat zitten proberen. En dat lukt niet. Dan zegt oma tegen haar kleinzoon: “hij doet het niet hoor”. Dan zegt de kleinzoon: “maar dat heb ik toch allemaal uitgelegd?”. Maar dat ging voor oma veel te vlug en dan komen dus de tabletlessen in beeld waarin wij oma vanaf het begin uitleggen hoe een tablet werkt.”

“De oudste kandidaat is vreselijk enthousiast”

In die lessen leert Frans de ouderen dingen zoals waar de aan- en uitknop van een tablet zit, hoe je de wifi aanzet, hoe je de trema op een e krijgt, je iets kan opzoeken met behulp van Google en kan beeldbellen met de (klein)kinderen. “De oudste kandidaat die meedoet aan de lessen is 93 en vreselijk enthousiast over dat ding. Die vroeg meteen: “wat kan ik er allemaal mee?” en zei op een gegeven moment: “dan kan ik dus Facetimen met mijn kleindochter in Australië”. Maar we hebben ook meegemaakt dat er een oudere zat te huilen tijdens de les. Die zei: “ik ben bang van dat ding. Het lukt helemaal niet en ik word er nerveus van”. Dan is het advies: “mevrouw, zet hem lekker uit en ga naar huis”.

Dat ouderen niet begrijpen hoe een tablet werkt komt zelfs voor bij mensen die tijdens hun werkende leven weleens achter een computer hebben gezeten. Het zijn niet alleen maar 90-jarigen die Frans in zijn lessen heeft. “Een hoop mensen hebben er gewoon geen gevoel voor”, vertelt Frans. “Als je een brief kon typen op een typemachine, dan kon je dat ook op een computer. Maar een tablet is wel echt iets anders. Daarbij hoefden ze op hun werk zelf geen inhoudelijke kennis te hebben. Als er iets aan de hand was met hun computer, dan was er een systeembeheerder die het oploste.”

“Al het vrijwilligerswerk dat ik doe heeft nut”

“Ik had dit traject totaal niet verwacht toen ik met pensioen ging. Echt totaal niet”, vertelt Frans als hij al zijn vrijwilligerswerk heeft opgenoemd. Meer vrijwilligerswerk overigens dan in één artikel te bespreken valt. “Maar als je eenmaal in dat circuit zit dan komt van het ene het andere.

Dat zit ook in mijn karakter. Ik houd van hard werken en ergens voor gaan.. Het liefste doe ik wel iets wat nuttig is. Om de vergelijking te trekken met breien; ik wil niet iets breien wat ik niet nodig heb. Daar heb ik een hekel aan. Al het vrijwilligerswerk wat ik doe heeft daarom nut. Ik help er andere mensen mee en misschien mijzelf ook wel. Want eigenlijk behoor ik ook tot de doelgroep van KBO of ga er in de toekomst toe behoren.”

“Formeel moet ik over drie jaar stoppen als voorzitter van KBO Leidsche Rijn”, vervolgt Frans. “Ik zit nu in mijn tweede termijn van vier jaar en officieel moet je na twee termijnen uit het bestuur. Mijn medebestuurders zeggen allemaal: “jij blijft langer voorzitter”. De leden zouden kunnen zeggen dat ik van hen nog een periode van vier jaar voorzitter zou mogen zijn, dus dat zou in theorie wel kunnen. Maar ik denk dat die kans erg klein is.

Ik vind namelijk dat je verjonging binnen de club moet hebben en tegen die tijd ben ik 75. Ik betwijfel of ik dit dan nog wel leuk vind. Of het mij tegen die tijd niet te veel wordt. Mag ik dan bijvoorbeeld nog auto rijden? En kan ik dat lichamelijk nog aan? Dat zijn allemaal omstandigheden die je nu niet weet. Daar moet ik mij wel op voorbereiden.” Dus pakt Frans momenteel ook vrijwilligerswerk in de buurt op, omdat hij denkt dat hij dat in de toekomst makkelijk kan blijven doen.

“Stel je voor dat hij niets meer om handen heeft”, reageert zijn vrouw vanuit de keuken. “Dan weet ik zeker dat hij in een zwart gat zou vallen. Hetzelfde zwarte gat waarin hij viel toen hij stopte met werken.” “Als dit allemaal zou wegvallen zou je inderdaad hetzelfde probleem krijgen”, beaamt Frans. “Vandaar dat ik ook heb gezegd: “ik wil even kijken bij dat huiskamerproject hier vlakbij”.”

Inmiddels heeft Frans namelijk ingezien hoe belangrijk een voorbereiding op de toekomst is. “Ik heb ooit een cursus gevolgd waarin werd gezegd dat negentig procent van je succes een goede voorbereiding is. De tien procent komt wel terwijl je bezig bent. Dat geldt voor met pensioen gaan ook.

Bij mij heeft het zonder voorbereiding toevallig goed uitgepakt, maar anderen zou ik toch adviseren om van te voren over na te denken over wat je gaat doen na je pensionering.”

Wil je op de hoogte blijven van wat Frans bezig houdt? Volg hem dan op Twitter.