Doorwerken na mijn pensioen is een gouden kans

Doorwerken na mijn pensioen is een gouden kans

Hennie Jacobs (68) werkte ruim dertig jaar op een peuterspeelzaal. Totdat ze met pensioen moest, maar eigenlijk wilde ze nog niet stoppen met werken. Gelukkig kon ze in de kinderopvang aan de slag en zo maakte haar carrière een doorstart na haar pensioen.

“Wanneer je met pensioen bent, kun je een hobby nemen. Voor mij voelt het werken echter als een hobby”, legt Hennie enthousiast uit in het lokaal van de buitenschoolse opvang (BSO). Het doorwerken geeft een invulling aan haar leven en houdt haar vitaal. “Thuis aan de koffie voel je misschien een pijntje in je rug, maar als je aan het werk gaat, vergeet je dat. Dan denk ik: ‘Hup! Aanpakken, het moet gebeuren’.”

De gedachte nodig te zijn in een bedrijf, heeft een positieve impact op Hennie haar leven. “Het is fijn om te weten dat je nodig bent en bij een team van leerkrachten hoort. Bovendien houdt het werken me scherp. Laatst had ik twee opstandige meiden in de groep van elf jaar. Dan zoek ik op de computer wat informatie over pubers, ik moet bij de les blijven.”

Wennen aan een nieuwe baan

Hennie werkte tot haar pensionering op een peuterspeelzaal. Ze had erg veel plezier in het werken met kinderen en baalde er daarom van dat ze er op haar vijfenzestigste moest stoppen met werken. Maar geluk bij een ongeluk: in haar woonplaats Steenwijk werd een nieuwe BSO geopend en ze zochten nog personeel. “Het voelde het als een gouden kans op een gouden leeftijd”.

In het begin was het wennen voor de ex-peuterjuf dat kinderen in de basisschoolleeftijd een hoop dingen zelf kunnen doen. “Als de kinderen vroegen of ze met Lego mochten spelen, dan stond ik al klaar met de bak in mijn handen”, vertelt ze lachend. Nu laat ze de kinderen zelf het speelgoed pakken.

Maar naast de leeftijd van de kinderen, zijn vooral de werktijden een groot verschil met de baan die Hennie voor haar pensionering had. De BSO begint vroeg in de ochtend voordat de basisschool begint, de tussenschoolse opvang (TSO) volgt in de pauze van de bassischool en na schooltijd is er opnieuw de BSO. Gemiddeld werkt Hennie drie dagen per week op de BSO en daarnaast is ze vrijwilliger bij de TSO.

“Ik werk nooit veel uren achter elkaar maar altijd met pauzes ertussen. Dan zitten de kinderen op school. Op een feestje had ik laatst een discussie over de plek die ik inneem op de arbeidsmarkt. Maar omdat deze baan niet fulltime is, is het niet erg geliefd onder jongeren. Bovendien hebben veel mensen geen zin om om 06:00 uit bed te gaan om in de ochtend een uurtje te werken voor de basisschool begint. We hebben dan ook moeite met het vinden van invalkrachten.”

Van meevoetballen naar scheidsrechter

De kinderen op de TSO en de BSO mogen kiezen of ze buiten of binnen willen spelen. Hennie geniet ervan om aan tafel te knutselen, een beautymiddag te organiseren of samen met de kinderen te koken. Vroeger rende ze gerust over het schoolplein, maar dat laat ze tegenwoordig aan jongere collega’s over. “Drie jaar geleden ben ik met hinkelen een keer op het schoolplein gevallen, dus toen dacht ik ‘Nu moet ik wel wat gas terugnemen’. Maar ik ben er nog steeds voor de kinderen als ze buiten spelen. Dan ben ik scheidsrechter in plaats van dat ik meevoetbal bijvoorbeeld”.

Of doorwerken na je pensioen bij je past, ligt volgens Hennie aan het type werk dat je hebt. Zelf zou ze niet fulltime willen werken. “Soms val ik een hele dag in en dan ben ik ’s avonds uitgeteld. Dat zou ik niet elke dag willen hebben”, legt ze uit. “Door parttime te werken blijft er ook genoeg tijd over om te lezen en te fietsen en met mijn man samen te zijn.”

Hennie en haar man zijn dit jaar vijftig jaar getrouwd. Hij is al langer met pensioen. “Ik ben Hennie en dit is mijn huisman”, zegt ze lachend. “’s Avonds ben ik heus wel moe na een drukke dag, maar daardoor geniet ik er des temeer van als ik met mijn voeten omhoog op de bank zit. Het is fijn dat mijn man dan het huishouden gedaan heeft en hij mij de ruimte geeft om door te werken.”

De afgelopen maand is Hennie ziek geweest. Een bacterie zorgde ervoor dat ze een aantal weken aan het bed gekluisterd was. Dit had niets met haar leeftijd te maken, maar toen haar leidinggevende op bezoek kwam, was Hennie bang dat ze zou moeten stoppen met werken omdat ze met haar gezondheid sukkelde. “Ik word natuurlijk een dagje ouder en ik dacht dat ze genoeg van me zouden hebben”, vertelt Hennie over het gesprek met haar leidinggevende. “Maar gelukkig willen ze me nog niet kwijt! En ik ben er weer helemaal bovenop, dus voorlopig blijf ik zeker doorwerken.”