Ik denk nog niet zo aan mijn pensioen. Het staat nog ver van mijn bed.

Ik denk nog niet zo aan mijn pensioen. Het staat nog ver van mijn bed.

Toen hij op zijn zestigste met wederzijds goedvinden werd ontslagen, had Ad Suur (62) probleemloos met pensioen kunnen gaan. In plaats daarvan gebruikte hij zijn gouden handdruk voor een opleiding tot techniekleraar.

De eerste 35 jaar van zijn loopbaan werkte Suur bij hetzelfde telecombedrijf, eerst als technicus en daarna onder meer als manager en bedrijfsopleider. “Ik vond het werk leuk, tot ik op het laatst merkte dat ik niet meer op mijn plek zat. Ik moest me steeds meer bezighouden met financiële zaken, processen en procedures. Mijn jonge collega’s konden dat veel beter. Langzamerhand werd ik overbodig.”

Leraarschap

“Of ik na mijn ontslag heb overwogen om met pensioen te gaan? Geen moment. Ik was veel te ambitieus en voelde me nog zo jong. Gelukkig heeft mijn oude baas mij goed geholpen met de stap naar een volgende baan. Een jaar lang heb ik de opleiding tot tweedegraads techniekleraar gevolgd. Juist dit werk sprak me aan. Naast mijn technische ervaring en opleiding, heb ik het leraarsvak altijd in me gehad.”

Moeilijke leerlingen

“Toen ik mijn tweedegraads bevoegdheid had gehaald, kreeg ik vrij snel een baan aangeboden als docent elektrotechniek bij het ROC Leiden. Nu ben ik docent op het MBO-niveau 1. Ik geef dus les aan moeilijke leerlingen. Sommigen hebben bijvoorbeeld ADHD of dyslexie, anderen hebben een crimineel verleden. Voor zulke jongens met een rugzakje heb ik altijd al een zwak gehad. Waar mogelijk probeer ik ze te helpen. Ik kan me niet al hun problemen aantrekken. Toch doe ik veel meer dan in mijn functieomschrijving staat. Het gaat me ook niet om mijn carrière of om de centen. Ik geniet van het contact met de studenten.”

Heerlijk werk

“Mijn werk geeft me een zinvolle invulling van mijn leven en een sociale omgeving. Zeker als weduwnaar zonder kinderen is dat heel belangrijk. Het is heerlijk om met die jongens op de werkplaats mooie dingen te maken, ze iets te leren en ze te begeleiden. Men zegt wel eens dat het bloed loopt waar het niet gaan kan. Dan is het bloed nu wel goed gelopen. Ik heb het reuze naar mijn zin in het onderwijs.”

Vrije tijd

“Maar ik ben geen workaholic. Voldoende afstand nemen van mijn werk vind ik heel belangrijk. Omdat ik nu vier dagen per week werk, heb ik een goede balans tussen werk en vrije tijd. Ik speel piano, altviool, heb een moestuin, lees veel, wandel regelmatig met mijn hond en ben ontzettend geïnteresseerd in de klassieke oudheid.”

Pensioen: nu nog niet

“Als ik mijn werk niet meer leuk vind, houd ik er acuut mee op. Maar dat is nu nog niet geval. Misschien dat ik over een aantal jaar een dag minder ga werken. Het lijkt me fijner om af te bouwen dan meteen – boem – te stoppen. Ik weet nog dat mijn eigen vader daar veel moeite mee had.”

“Voorlopig denk ik nog niet zo aan mijn pensioen. Het staat nog ver van mijn bed. Ik kan me goed voorstellen dat mensen met een fysiek zware of stressvolle baan op hun 60e zeggen dat het genoeg is geweest. Ik heb godzijdank zelf nooit in zulke stresssituaties gezeten. Mensen in mijn omgeving zeggen vaak: we zien in jou helemaal niet iemand die aan zijn pensioen toe is. Zo voel ik dat zelf ook.”

“Misschien werk ik wel tot mijn zeventigste twee dagen in de week. Tijdens mijn pensioen zou ik maatschappelijk betrokken willen blijven en leuke dingen blijven doen. Stilzitten is niets voor mij, dat doe ik alleen achter de piano.”

Tekst & foto: Gijsbert van Dalen