Mijn pensioen was het moment om mijn droom waar te maken

Mijn pensioen was het moment om mijn droom waar te maken

Na haar pensioen droomde Janny Lock (68) ervan om een eigen documentaire te maken. Die kwam er twee jaar geleden. Maar na de première is ze allesbehalve in een zwart gat gevallen. Om dat idee moet ze zelfs een beetje lachen. Nee, Janny heeft genoeg nieuwe dromen.

Zo heeft ze net het manuscript voor een boek voor het Watersnoodmuseum afgerond over de houten woningen die na de ramp door de Scandinavische landen werden geschonken. En droomt ze van een roman op basis van een dagboek uit de 18de eeuw en archiefstukken over haar eigen familiegeschiedenis.

Bijna haar hele werkende leven heeft Janny gewerkt als afdelingssecretaresse in een ziekenhuis, maar vier jaar werkte ze parttime bij Omroep Brabant. “Daar heb ik gezien hoe een programma tot stand kwam. Elke keer als ik met de crew meeging naar opnames, dan dacht ik: dit wil ik ook!”, vertelde Janny ons drie jaar geleden.

Janny dacht echter niet alleen “dit wil ik ook”, ze dacht ook “dit kan ik ook”. “Bij Omroep Brabant is dus de wens ontstaan om, zodra ik meer tijd zou hebben, een documentaire te maken. Toen ik met pensioen ging dacht ik: nu is het moment gekomen. Ik ga mijn droom waarmaken!”

Watersnoodramp, kraanwater en watermolens

“Maar als dat idee ontstaat dan levert dat ook allemaal dilemma’s op. Want ik wist na de herdenking wat de watersnoodramp dat ik in ieder geval iets met water wilde, maar ik wist niet wat. Ik dacht aan watermolens, het doortrekken van het toilet en de kraan. Maar dat bij elkaar werd een rommeltje.

Toen zag ik opeens hierachter een rivier en dacht ik: dat is het!” Die rivier is de Donge in Noord-Brabant. Een plek waar Janny na haar pre-pensioen veel tijd doorbracht. “Aangezien ik na mijn pre-pensionering in beweging wilde blijven had ik mijzelf als doel gesteld om de hele rivier de Donge langs te lopen.

Toen ik dus besloot dat ik iets met water wilde doen in mijn documentaire, dacht ik meteen: de rivier de Donge is het uitgelezen waterproject. Ik wist dat het gebied veel verrassingen in zich had om er een mooie documentaire van te maken.”

Janny wilde in haar documentaire vooral de levendigheid langs het water in beeld brengen. Ze ging onder andere naar de kerkdienst in een kerkschip, op pad met rattenvangers en het water op met de scouting. “De variatie langs de rivier is zo enorm”, legt Janny uit. “Heel veel daarvan is terug te zien in de documentaire.” Maar de Donge blijft in al die verhalen de “blauwe draad”.

Het moet een beeld geven van hoe belangrijk zoet water is voor de mens

Het moet een beeld geven van “hoe belangrijk zoet water is voor de mens”. Als ze lezingen geeft over haar documentaire en hoe deze tot stand is gekomen dan zijn mensen vaak verbaasd over de hoeveelheid tijd die er gaat zitten in het contact leggen met organisaties voor een klein stukje in de film.

Twee jaar geleden ging de documentaire die ze samen met cameraman Rob van Hal maakte in première. “Het was echt een ongelofelijke gebeurtenis. De film ging in première in een echt theater. Het is ongelofelijk dat we de première in zo’n stijl hebben kunnen doen. De reacties waren heel erg lovend. Niemand had verwacht dat het zo’n mooi geheel zou worden. Dat vonden wij natuurlijk fantastisch.”

Maar tot dat moment zat Janny met samengeknepen billen op haar theaterstoel. Ze had de documentaire tijdens het monteren zo vaak gezien, dat ze inmiddels onzeker was geworden over het resultaat. “Doordat je de documentaire zo veel hebt gezien, ga je ook je eigen mankementjes een beetje zien en word je toch onzeker. Dus was het heel spannend wat het publiek gaat zeggen.

Je bent nieuwsgierig naar mensen en organisaties die zichzelf terugzien in de documentaire. Vinden ze dat je dingen goed hebt geformuleerd en naar voren hebt gebracht? Er was uiteindelijk één dingetje dat net anders zat, maar dat was niet storend. Iedereen was lovend.”

Toch is dat als ze terugblikt niet het leukste moment van het maken van haar eigen documentaire en de gelijktijdige presentatie van het fotoboek (inclusief dvd met de docu). “Ik vond de opnamedagen het allerleukste. De teksten en beelden die je in gedachte had worden dan uitgevoerd. Het is heel leuk om je idee gestalte te zien krijgen.”

Onbekend dus onbemind

Dus is ze na de documentaire een nieuw idee gestalte gaan geven. Al voordat Janny met pensioen ging verdiepte zij zich in de ruim 300 houten kant-en-klaarwoningen die Nederland in 1953 cadeau kreeg van de Noorse regering en het Noorse Rode Kruis.

Hoe de interesse voor die huisjes is ontstaan kan zij zich niet helemaal meer herinneren. “Volgens mij was er een boek uitgegeven waarin dat soort woningen even werden genoemd bij het fotomateriaal. Toen dacht ik: wat zijn dit voor leuke huizen. En toen kreeg ik zelf de gelegenheid om in zo’n huis te wonen en werd de nieuwsgierigheid alleen maar groter.”

Weet je wat het is met het verleden? Het is de schakel naar de toekomst.

Maar over de huizen is eigenlijk vrij weinig bekend, merkt Janny al snel, dus dook ze het archief in om die informatie zelf te vinden. “Het is altijd mijn grote passie geweest om historisch onderzoek te doen. Weet je wat het is met het verleden? Het is de schakel naar de toekomst.

Het geeft inzicht in wat we willen bewaren en wat we niet willen bewaren. Wat de moeite waard is en wat niet. Als niemand zich verdiept in de geschiedenis, dan gaat er heel veel verloren en wordt een volk een beetje cultuurloos.”

“De aanleiding om naar de watersnoodwoningen onderzoek naar te doen was omdat er dingen samenkwamen. Mijn eerste jeugdherinnering is aan de watersnoodramp en in 1999 ben ik zelf in een watersnoodwoning gaan wonen.” In haar jeugd woonde Janny niet in een dergelijk houten huisje. “Dat niemand iets van die huizen wist maakte mij vreselijk nieuwsgierig.

Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op zulke interessante gegevens dat het mij stimuleerde om dat verder uit te zoeken. Het heeft ertoe geleid dat de Noorse hypotheekbank mij heeft uitgenodigd in Noorwegen om over het onderzoek te vertellen en ik heb toen ook de architect van de huizen ontmoet.”

Oude huis nu in het museum

Daar bleef het echter niet bij. Drie jaar geleden heeft ze ook nauw contact gehad met de wetenschapper van het Openluchtmuseum toen een watersnoodwoning aan de “collectie” van dat museum werd toegevoegd.

Niet zomaar één van de kant-en-klare woningen die ons land ontving na de watersnoodramp, maar de woning waar Janny in had gewoond. Maar dat zie je niet meer, aldus de 68-jarige. Het is niet dat er nog ergens een stukje van haar behang te zien is. “Ik ben uiteraard gaan kijken na de opening van het huisje in het museum.

Het is wel een bizarre gewaarwording als je allemaal mensen door jouw slaapkamer ziet banjeren. Dat is toch een beetje een vreemd gevoel. Maar het huisje is nu heel anders om te zien. De inrichting hebben ze gedaan naar de normen van een doorsneegezin van die tijd en ik sliep niet meer in een ledikant uit die tijd. Er is binnenin echt niets meer te zien van toen ik er woonde.”

Haar fascinatie voor de watersnoodwoningen resulteerde ook in een manuscript voor een boek voor het Watersnoodmuseum “om de geschiedenis voor een breed publiek bekend te maken”. “Juist omdat het een heel onbekend onderdeel van de ramp is van 1953.” Maar wanneer het museum van plan is dat boek uit te brengen weet ze nog niet. “Het hangt van het bestuur af of en wanneer ze het gaan publiceren, maar ik heb mijn plezier gehad.”

Twee keer projecten rondom de watersnood, toeval?

Zowel bij haar documentaire als bij het boek dat ze schreef speelt de watersnoodramp een rol. Toeval? Als je net zoals Janny in haar familiegeschiedenis duikt ontdekt van niet. In haar familie is water een terugkerend item.

De familie kent veel schippers maar ook bouwers van watermolens en eigenaars van een klein scheepswerfje, ontdekte ze tijdens haar bezoekjes aan het archief. Zowel aan moeders als vaders kant. “De verbondenheid met water is binnen de familie heel sterk aanwezig op allerlei gebieden.”

Die familiegeschiedenis is het nieuwste project waarvoor Janny de archieven in duikt. Ze maakt geen stamboom waarbij geboorte- en sterfdata van familieleden in kaart zijn gebracht, maar een tijdsbeeld van haar familieleden. “Ik wil een compleet verhaal, dus hoe zag het leven van die mensen eruit. Welke oorlogen hebben ze meegemaakt? En welke bezettingen? En hoe gingen ze om met een burgemeester die meer kwaad deed voor de stad dan goed?

In de archiefstukken zie je vaak welke beroepen mensen hadden of welke beroepen de getuigen van een huwelijk hadden. Of ze in dienst waren geweest en welke functie ze hadden gehad. Zodra je weet wat voor soort beroepen die mensen hebben gehad en dat ze een baby’tje van twee maanden zijn verloren, krijg je een beeld van je familie en hoe zij zich bewogen. Wat voor verdriet ze hebben gehad. Dat vind ik veel interessanter dan alleen data over wanneer ze geboren en overleden zijn.”

Het is heerlijk om in het archief onduidelijkheden over je familie boven water te krijgen

“Het is heerlijk om in het archief onduidelijkheden over je familie boven water te krijgen. En als je dan een reflectie van het verleden terugziet in je familie nu, dan wordt je heel veel duidelijk. Dan kun je denken: het is geen wonder dat ze zo reageren.” De verhalen over de familie uit het archief in combinatie met een dagboek dat ze kreeg uit de periode 1741 – 1816 vormen de input voor een roman die Janny graag zou willen schrijven.

“In diezelfde periode was de familiegeschiedenis ook heel interessant, dus ik zou die twee zaken wel willen combineren om een mooie roman te schrijven. Over dat de mensen van vroeger net zo veel problemen en net zo veel geluk kenden als wij nu hebben. Het is eigenlijk een onderstreping dat de mensheid in zijn gevoel en handelen niet is veranderd, maar dat de techniek vooruit is gegaan.”

Voor Janny dus geen zwart gat na haar pensioen of de première van haar documentaire. Ze moet hardop lachen bij het idee. “Nee ik heb zoveel dingen die mij interesseren. Ik blijf lekker bezig en verzandt niet achter de geraniums.”