Zorgen is een vak, je kunt niet zomaar vrijwilliger worden

Zorgen is een vak, je kunt niet zomaar vrijwilliger worden

Abbe Vaandrager (65) was tijdens zijn werkzame leven dierenarts maar is na zijn pensioen melkboer geworden. Drie dagen per week voorziet hij zo’n vierhonderd mensen met een verstandelijke beperking van o.a. zuivel.

“Mijn zoon heeft een verstandelijke beperking en woont in een dorpsgemeenschap voor mensen met een beperking. De dorpsgemeenschap bestaat uit 45 huishoudens; er wonen ongeveer vierhonderd kinderen en volwassenen die 24 uur per dag zorg ontvangen. Samen met mijn vrouw bezoek ik onze zoon regelmatig en ik zit al bijna vijftien jaar als vrijwilliger bij de drumband van de dorpsgemeenschap.

Toen ik met pensioen ging en meer tijd had, besloot ik me aan te melden om vaker een handje te komen helpen. Er werd mij gevraagd of ik wilde invallen als melkboer en uiteindelijk ben ik dit blijven doen. Inmiddels ben ik vijf jaar melkboer en ben ik voor de verstandelijk gehandicapte bewoners een begrip geworden. ‘Hoi melkboer’, roepen ze wanneer ik voorbij kom lopen.

In de normale maatschappij staat een melkboer niet direct in hoog aanzien, maar hier neem ik een speciale rol in. Wanneer ik met mijn kar bij een huis sta, dan komt er bijna altijd een bewoner naar buiten om samen met mij de boodschappen uit te zoeken. Dat is voor die bewoner een belangrijke taak, want zonder hem zit er geen melk bij de koffie.”

Klein moment van zingeving

“Drie dagen in de week ga ik langs alle huizen om ze te voorzien van melk, yoghurt en andere dranken. Ik begin om half acht ’s ochtends met het laden van mijn kar, dat valt voor mij als avondmens niet altijd mee! Maar goed, wanneer ik eenmaal bezig ben dan is het altijd erg leuk. Het is bijzonder om op deze manier een deel uit te maken van het dorpsleven, want wanneer we onze zoon opzoeken, maak je niet alles van het dorpsleven mee. Soms kom ik mijn zoon tegen als ik als melkboer aan het werk ben. Dan zwaaien we even naar elkaar en gaan we beiden weer verder met ons eigen werk. Hij zit in een rolstoel en brengt linnengoed rond, dat is zijn werk.

Ik geniet van de interactie die ik met bewoners heb. Het contact wordt steeds leuker wanneer je mensen beter leert kennen. Een belangrijk aspect van de zorg is volgens mij zingeving. Dat wil zeggen, het geven van betekenis aan elkaars leven. Wanneer ik bij een huis langs ga als melkboer, probeer ik daar voor vijf minuten aan bij te dragen. Voor vijf minuten neem ik een bewoner mee uit de sleur van de dag, kiezen we samen de zuivel uit mijn kar en zingen we bijvoorbeeld een lied of hebben we een kort gesprek.”

Van dierenarts tot melkboer

“Samen met mijn vrouw heb ik een eigen dierenartsenpraktijk voor gezelschapsdieren gehad. Op mijn zestigste is de praktijk overgenomen door iemand anders en gingen mijn vrouw en ik met pensioen. Ik genoot van mijn vak als dierenarts, maar in de laatste jaren van mijn carrière merkte ik dat de dienstverlening steeds meer onder druk kwam te staan van de commercie. Want het ging in de praktijk niet alleen over honden en konijnen, maar je moet ook gewoon een bedrijf runnen.

Het bloedanalyse-apparaat is een goed voorbeeld daarvan. Het aanschaffen van zo’n apparaat kost veel geld, dus hoe meer je het apparaat gebruikt, hoe rendabeler hij wordt. Maar bij lang niet alle dieren hoef je de bloedwaardes te weten als je ze zelf onderzocht hebt. Toch is het voor veel dierenartsen verleidelijk om voor de zekerheid het bloedanalyse-apparaat te gebruiken want dat levert geld op. Maar het is wel vervelend voor de eigenaar: die krijgt een hoge nota.

Ik heb daarom zelf altijd geprobeerd het bloedanalyse-apparaat alleen te gebruiken wanneer dat echt nodig is, ondanks de financiële voordelen. Deze commercie en de dilemma’s die dat oplevert is één van de redenen waarom ik mijn dierenartsenpraktijk niet mis.”

Betrokkenheid en vakmanschap in de zorg

“Ondanks dat ik dierenarts was, hebben mijn vrouw en ik zelf geen huisdieren thuis. Mijn vrouw zou het wel willen hoor. Maar ik vind het juist fijn dat we nu met pensioen zijn en kunnen gaan en staan waar we willen. Als je huisdieren hebt, dan kun je niet zomaar even weggaan. Waarschijnlijk als ik morgen tegen een boom aan zou rijden, zou mijn vrouw overmorgen twee katten en een hond in huis hebben, ha ha.

Als dierenarts weet ik hoe longen werken en hoe de bloedsomloop in elkaar zit, maar het enige stukje lichaamsdeel waar ik me niet mee bezig hield, waren de hersenen. En juist dat gedeelte van het menselijk lichaam is hier in de dorpsgemeenschap erg belangrijk, bijvoorbeeld bij bewoners die epileptisch of autistisch zijn. Dit is een enorme verbreding voor mezelf en zo leer ik na mijn pensioen nog van alles.

Het contact met bewoners is voor mij erg waardevol. Ik mis de betrokkenheid in de zorg. Ik ben bang dat we dat in Nederland een beetje kwijt zijn: wat er tussen twee mensen kan ontstaan raakt door systemen naar de achtergrond verwijderd. Betrokkenheid in de zorg is belangrijk, maar vakmanschap ook. Daarom zou ik niet zeggen dat iedereen zomaar vrijwilliger in de zorg kan worden. Zorgen is een vak, de begeleiders die hier werken zijn vakmensen. Mijn zoon is nu dertig: ik heb in al die jaren heel wat geleerd in de theorie en praktijk, maar zelfs ik beheers het vak zorg niet. Ik ben de melkboer, geen begeleider.”

Doe wat met je tijd na je pensioen

“Als melkboer heb ik geleerd dat ik geduld moet opbrengen voor de bewoners. Dat wil niet altijd zeggen dat ik geduldig ben, maar als ik hier aan het werk ben, dan moet ik een versnelling lager gaan zitten. Alles gaat hier langzamer en dat is een wijze les voor me geweest, ook in de omgang met mijn zoon.

Ik vind het lastig om tips te geven voor andere mensen die bijna met pensioen gaan, maar denk er in ieder geval goed over na wat je met je tijd wilt doen. Wanneer je lichamelijk goed in elkaar zit, dan is er in Nederland genoeg werk te doen dat anders blijft liggen. Ook in de zorg, maar bekwaam je daar dan wel in. Wanneer je bijvoorbeeld met ouderen wiltgaan werken, moet je wel weten hoe alzheimer werkt.”

Tekst en foto’s: Sophie Louise de Groot