“Ik kan nu de mooiste delen van mijn werk voortzetten”

“Ik kan nu de mooiste delen van mijn werk voortzetten”

Zijn werk als verkeerskundige voelde voor Cor van Angelen (68) altijd al meer als een hobby. Niet verwonderlijk dus dat hij zich na zijn pensioen in blijft zetten voor verkeersveiligheid.

Hij woont in één van de veiligste steden van Nederland, vertelt Cor van Angelen aan het begin van ons gesprek. Althans als je kijkt naar het aantal dodelijke verkeersongelukken dat er op jaarbasis plaatsvindt. Waar in Nederland bijna drie dodelijke verkeersslachtoffers per tienduizend inwoners vallen is dat in Houten (waar hij woont), maar één slachtoffer per tienduizend inwoners. Het is een weetje dat de gemiddelde inwoner van Houten waarschijnlijk niet kent, maar Cor is niet zomaar een inwoner: hij is voormalig civiel ingenieur en gespecialiseerd als verkeersdeskundige en nog altijd begaan met verkeersveiligheid. Zijn werk was zijn hobby en die hobby zet hij dan ook na zijn pensionering voort.

Wie het grootste risico in het verkeer vormen? 14-jarige meisjes, vertelt Cor. Waarom? Omdat ze het minst bezig zijn met het verkeer om zich heen. Hoewel jongens tegenwoordig niet meer onderdoen vanwege het gebruik van hun mobiele telefoon. Hoeveel zwaargewonden er op jaarbasis vallen in het verkeer? Tussen de tien- en twintigduizend. Een aantal wat al jaren stabiel is. Het aantal dodelijke slachtoffers daalt daarentegen wel. Waar Cor nog meemaakte dat er per jaar tweeduizend doden in het verkeer vielen, is dat inmiddels gezakt tot zeshonderd. En wist je dat er vanuit Utrecht zeven rijkswegen zijn, maar maar zes spoorlijnen? Er mist op het spoor dus grote verbinding richting Vianen en Breda

Wie bij Cor binnenstapt voor een gesprek gaat gegarandeerd naar huis met een aantal van dit soort feitjes. Niet verwonderlijk als je weet dat hij voor zijn pensioen werkzaam was als verkeerskundige en die passie niet opeens verdween toen hij stopte met werken. In tegendeel. Zo’n twintig uur in de week zet Cor zich in als verkeersdeskundige bij onder andere De kracht van Utrecht: een initiatief dat zes jaar geleden werd opgericht in reactie op de plannen om meer asfalt rondom Utrecht aan te leggen ten koste van een stuk van natuurgebied Amelisweerd. Dat baarde de oprichters zorgen omdat het een aantasting zou zijn voor het leefmilieu en het groen in de stad. Burgers en experts zoals Cor proberen dat te voorkomen door alternatieven uit te lichten.

“Groen bepaalt de kwaliteit van de stad”

Zijn betrokkenheid bij het natuurgebied Amelisweerd is niet nieuw, vertelt Cor. Het gaat al terug naar de tijd dat voor zijn afstudeerstage als tekenaar bij Rijkswaterstaat gedetacheerd werd en op die manier betrokken was bij de ontwikkeling van “de bak” van de A27; een tunnelbak destijds dwars door Amelisweerd. “Dat vond ik toen ook al waanzinnig”, vertelt Cor met verontwaardiging. “Ik heb daarom geprobeerd om de A27 een andere richting op te krijgen; om het bos heen. Het lukte Cor echter destijds niet om die oplossing er doorheen te krijgen en dus het stuk bos te besparen. Op het moment dat een aantal jaar geleden werd gesproken over een verbreding van hetzelfde stuk snelweg – en weer het verlies van een stuk natuurgebied – besloot Cor alternatieve oplossingen aan te dragen waarop de verkeersdrukte op de snelweg aangepakt zou kunnen worden. In de hoop dat hij dit keer wel slaagt om een stuk natuurgebied te redden.

“Utrecht is een mooie stad en dat moet het blijven”, motiveert Cor. “Je wil daarom het groen houden in de stad. Ik vind het altijd heel mooi als je in een stad heel veel parken ziet. Dat bepaalt de kwaliteit van een stad. Je kan er hardlopen, sporten en ook even rusten. Hoe meer natuur hoe liever eigenlijk. Ik vind de natuur zo mooi. Ik moet af en toe naar buiten met de fiets. Niet om het fietsen, maar gewoon omdat het zo genieten is in de natuur. Je wil gewoon dat dit soort plekken blijven in Nederland. Je wil dat de kinderen later kunnen zeggen: “hier fietste opa”. Mijn vader komt uit Vreeswijk en als ik daar loop dan heb ik ook zoiets van: hier liep mijn vader.”

“Te veel mensen gebruiken de auto tijdens de spits en in het centrum van steden”

“We zijn dus aan het brainstormen, ook met politieke partijen, over hoe je dat kan oplossen”, vervolgt Cor over De kracht van Utrecht. “Het ruimtegebruik van de auto is erg onderschat.” Eén van de oplossingen zoekt Cor in het anders organiseren van het woon-werkverkeer in de spits. Bijvoorbeeld door automobilisten aan te moedigen vaker van het openbaar vervoer gebruik te maken. “De verhouding tussen automobilisten en het aantal mensen dat het openbaar vervoer gebruikt is scheef. Te veel mensen gebruiken de auto.” Door mensen de bus, trein of tram te laten pakken zou er minder druk op de snelwegen zijn en zou er dus geen bos moeten sneuvelen voor wat extra snelweg. De voordelen van de auto worden wel uitgelicht, maar die van het ov niet. Ik wil een beetje de andere kant van het verhaal voor het voetlicht brengen.” Op dit moment vindt Cor de concurrentie tussen het openbaar vervoer en de auto echter niet eerlijk. “Als je een auto voor de deur hebt staan dan is het goedkoper om de auto te pakken.” Daarbij zijn lang niet alle plaatsen goed te bereiken met het openbaar vervoer. Naast het openbaar vervoer ziet hij ook nog andere alternatieven: “Voor de korte afstand is de fiets en vooral de E-bike een alternatief geworden en hierdoor moet ook gekeken worden naar andere invulling van de verkeersruimte.”

“Het gaat er niet om om iedereen van de weg te krijgen”, benadrukt Cor. “Ik heb ook niets tegen autorijden, maar het heeft wel grote nadelen. Ik sprak laatst mevrouw Visser van de VVD. Dat is de rechterhand van Melanie Schultz, Minister van Infrastructuur en Milieu. Zij zei dat drie van de tien automobilisten eventueel van het openbaar vervoer gebruik wil maken. Toen zei ik: “nou dan hebben we een deal”. Dan zou het spitsprobleem gigantisch opgelost zijn.”

“Ik vind het zo mooi om te bouwen”

“Dit is altijd mijn hobby geweest”, vertelt Cor die twintig tot dertig uur in de week vult met het bedenken van dit soort oplossingen voor verkeersproblemen. Zelf noemt hij het: “een paar projectjes waar ik mee bezig ben. Ik had nog wel door willen werken, maar een maand voordat ik 65 werd ben ik met pensioen gegaan. Dat moest omdat ik anders een uitkering mis zou lopen. Ik wist niet hoe het zou zijn om niet meer te werken. Daarbij had ik er nog plezier in. Ik heb zulke mooie dingen mogen doen. Ik heb op het dak van het nieuwe station van Rotterdam gelopen, gezien hoe de tunnelbuizen van de metro onder het centraal station werden gecombineerd en gezien hoe het centraal station van Den Haag werd gebouwd. Ik vind het geweldig om dat te zien. Ik vind het gewoon zo mooi om te bouwen, behalve wegen door natuurgebieden aanleggen”, zegt hij lachend.

“Ik had dus nog wel door willen gaan”, vervolgt Cor over het moment dat hij met pensioen ging, “omdat mijn werk altijd mijn hobby is geweest. Maar ik ben niet in een zwart gat gevallen na mijn pensioen. Ik ben er inmiddels wel aan gewend. Daarbij kan ik nu de mooiste delen van mijn werk voortzetten in een andere vorm. Ik ga ervan uit dat ik minstens 88 word, dan heb ik dus nog twintig jaar en dan moet je wat. Mijn vrouw werkt ook nog. Die zegt weleens: “ik kan beter doorgaan met werken, want jij bent toch nooit thuis”. Ik heb nog zo veel ideeën op verkeerstechnisch gebied. Ons grote succes moet nog komen en dat is dat de bak van de A27 niet verbreed wordt. Daaraan wil ik blijven bijdragen, samen met andere zeer gemotiveerde mensen.”