Marjo van Hal (60) wilde altijd al een keer naar Afrika, maar niet als toerist. Dus besloot ze een maand lang vrijwilligerswerk te doen in een natuurreservaat in Kenia. Ze repareerde onder andere gaten in het hek dat het natuurgebied omringde, stond in alle vroegte op om te turven welke vogels in het gebied aanwezig waren en observeerde het doen en laten van de giraffen. Ze vertrok echter niet alleen naar het Afrikaanse land. Ze ging samen met goede vriend Remco Klapwijk (22). “Hij had mijn kleinzoon kunnen zijn, hij is tenslotte veel jonger dan ik, maar ik kan mij niet voorstellen dat ik met iemand anders naar Kenia was gegaan dan met hem.”
De bijzonder vriendschap met Remco
“Remco en ik leerden elkaar kennen toen hij vlakbij mij kwam wonen”, begint Marjo te vertellen. Tot vijf jaar geleden woonde de zestiger op een landgoed in het Franse Biches. “Hij verhuisde met zijn ouders, broer en zusjes van Nederland naar Frankrijk en kwam op nog geen kilometer van mij vandaan wonen. Ik woonde daar alleen en had ongelofelijk veel werk wat gedaan moest worden. Remco was een jaar of twaalf en hielp mij daar bij. Als we bijvoorbeeld hout gingen zagen dan hield hij het hout vast en stapelde het op. Of hij raapte de peertjes op die onder de bomen lagen en bracht dan vervolgens de volle kruiwagen naar het bos en voerde ze aan de herten en zwijnen. Ik had namelijk zo’n idioot grote boomgaard, dat ik het niet allemaal zelf kon verwerken. Maar hoewel Remco in eerste instantie bij mij kwam werken, werd het een vriendschap voor het leven.
We hebben allebei hetzelfde gevoel bij essentiële dingen in het leven. Bijvoorbeeld over hoe mooi de wereld is, hoe belangrijk de natuur om je heen is en waar om het gaat in leven. Dat het niet gaat om spullen, maar om ander moois. Het intrigeert mij nog steeds dat hij zo jong als hij was contact zocht met iemand die zoveel ouder was dan hij. Hij nog wel een aantal vrienden die zijn opa zouden kunnen zijn. Het is een oude ziel wat dat betreft. Toen ik wegging uit Frankrijk hebben we contact gehouden. Dat is heel makkelijk via de telefoon, Whatsapp en de mail.”
Vrijwilligerswerk in Kenia
In de tijd dat Marjo overwoog een reis naar Kenia te maken om daar vrijwilligerswerk te doen in een natuurreservaat, kwam Remco bij haar in Nederland logeren. Op één van zijn laatste dagen vroeg ze hem om met haar mee te gaan. Marjo herinnert zich nog goed hoe dat ging. “Ik wist dat Remco dat jaar naar het buitenland wilde om iets bijzonders te doen, maar wat wist hij nog niet. Hij wilde van alles. Bijvoorbeeld een tijdje naar Amerika om zijn Engels te oefenen. Dus zei ik in een opwelling: “ga je mee naar Kenia?”. Hij keen mij toen aan en vroeg: “hoezo mee?”. Waarop ik zei: “nou wat ik zeg. Dan gaan we samen”. Toen viel hij echt compleet van zijn stoel af. Hij vond dat zo gaaf. Maar ik heb hem wel gezegd dat hij er eerst een paar nachtjes over moest slapen om na te denken of dit echt was wat hij wilde. Maar hij was echt helemaal hieperdepiep over dit idee. Hij is dan ook wel iemand die heel erg één is met de natuur.”
Het idee om vrijwilligerswerk te gaan doen in Kenia kwam eigenlijk toevallig op het pad van Marjo terecht. “Ik wilde altijd al een keer naar Afrika, maar niet op de toeristische manier. “Vorig jaar liet een vrouw die werkt bij het inloophuis waar ik vrijwilligerswerk doe, foto’s zien van haar reis naar Tanzania. Die had daar een soort sponsorloop aan de voet van de Kilimanjaro gelopen. Ze had tegen haar omgeving gezegd: “ik ga honderd kilometer lopen in Tanzania, wil jij mij sponsoren?”. Ze deed dat voor Flying Doctors . Ze had niet alleen geld voor hen opgehaald, maar die organisatie liet dan ook zien wat voor werk ze daar doen. Dus je ging wandelen in een fantastische omgeving, kamperen in het wild en kwam in contact met het kleurrijke volk dat daar leeft. Toen zij mij die foto’s liet zien dacht ik: wat geweldig mooi! Ik heb mij toen ook aangemeld en was al druk met sponsors zoeken, maar toen ging de tocht niet door omdat er te weinig deelnemers waren. Ik was hevig teleurgesteld, maar en toen verder gaan kijken. Zo kwam ik bij Projects Abroad uit.” Projects Abroad is een organisatie die wereldwijd vrijwilligerswerk aanbiedt. “Het vrijwilligerswerk in Kenia sprak mij het meeste aan. Toen ik zag dat het ging om werken in een reservaat, een stukje natuurbehoud en bescherming van een giraffen soort, dacht ik: dat ga ik doen!
“Als ik iets wil dan ga ik ervoor”, vervolgt Marjo. “Ik ben niet het type dat in het diepe springt en dan kijkt of ze kan zwemmen, maar als ik weet dat ik kan zwemmen dan spring ik wel. Ik ben ook een beetje eigenwijs daarin. Ik ben eigenlijk op mijn 48ste al gestopt met werken (voor een baas). Sindsdien doe ik alleen wat ik leuk vind. Dus ik werk nog wel, maar meer als hobby. Ik zeg dan ook – nu ik de leeftijd heb – dat ik met pensioen ben. Ik hoef namelijk niet meer de deur uit om te werken. Dat zit ook wel een beetje in de genen van Remco. Zijn ouders gingen natuurlijk zomaar van de ene op de andere dag emigreren. Ze hadden een klein vakantiehuisje en dachten: we hebben het wel gezien hier in Nederland, wij gaan naar Frankrijk. Zijn vader slingerde zijn stropdas in de wilgen en ging iets heel anders doen. Remco ziet dat voorbeeld van zijn ouders en leert daar natuurlijk van dat je iets onderneemt om het goed te hebben in het leven. Dat je iets moet doen om de dingen die je graag doet te bereiken.”
De voorbereiding
Want ook voor de gezamenlijke droom om vrijwilligerswerk in Kenia te doen moest gewerkt worden. “Als je een maand op vakantie wil in Afrika kost dat al gauw een paar duizend euro. Je moet vliegen, je hebt een accommodatie nodig en wil misschien nog op safari”, legt Marjo uit, “zo duur is het niet om vrijwilligerswerk te doen in Kenia, maar je neemt wel geld mee voor de organisatie waar je aan de slag gaat. Het startbedrag voor een reis via Projects Abroad is het hoogste en daarna komt er per week een bedrag bij. Voor Remco was dat nog steeds veel geld. Hij is student. Dus hebben we een website gemaakt en die rondgestuurd om sponsors te vinden. Jut en Jul naar Kenia heette het, een coproductie van ons samen. Ik schreef de teksten, hij maakte de website en de foto’s. Daar hebben we veel enthousiaste reacties op gekregen en op de bank kwam er veel geld binnen. Niet de hele reis is daarmee gesponsord, maar wel een heel groot deel.”
Drie maanden duurde de voorbereiding van het duo en toen – afgelopen februari – waren ze opeens in Kenia. “Toen we daar eenmaal waren werd ik overmand door emotie”, herinnert Marjo zich. “Ik heb niet tranen met tuiten gehuild, maar wel even een traantje weggepinkt. Als je je realiseert hoe ongelofelijk mooi het daar is. En dat er niets om je heen is wat door de mens is gemaakt. Het is alleen maar de natuur. Ze hebben er een hekwerk omheen gezet, dat natuurlijk wel, maar verder niet. Wat mij ook wel is bijgebleven is met hoe weinig je kan leven. Dat je je realiseert waar het uiteindelijk echt om draait. Dat is zo mooi om te ervaren. Maar tegelijkertijd zie je ook hoe onbestaanbaar het is dat een deel van de wereld zo moet leven. De mensen die daar wonen kunnen niet genieten van de natuur zoals wij. Zij moeten er gewoon van leven.”
De voorbereiding
Want ook voor de gezamenlijke droom om vrijwilligerswerk in Kenia te doen moest gewerkt worden. “Als je een maand op vakantie wil in Afrika kost dat al gauw een paar duizend euro. Je moet vliegen, je hebt een accommodatie nodig en wil misschien nog op safari”, legt Marjo uit, “zo duur is het niet om vrijwilligerswerk te doen in Kenia, maar je neemt wel geld mee voor de organisatie waar je aan de slag gaat. Het startbedrag voor een reis via Projects Abroad is het hoogste en daarna komt er per week een bedrag bij. Voor Remco was dat nog steeds veel geld. Hij is student. Dus hebben we een website gemaakt en die rondgestuurd om sponsors te vinden. Jut en Jul naar Kenia heette het, een coproductie van ons samen. Ik schreef de teksten, hij maakte de website en de foto’s. Daar hebben we veel enthousiaste reacties op gekregen en op de bank kwam er veel geld binnen. Niet de hele reis is daarmee gesponsord, maar wel een heel groot deel.”
Drie maanden duurde de voorbereiding van het duo en toen – afgelopen februari – waren ze opeens in Kenia. “Toen we daar eenmaal waren werd ik overmand door emotie”, herinnert Marjo zich. “Ik heb niet tranen met tuiten gehuild, maar wel even een traantje weggepinkt. Als je je realiseert hoe ongelofelijk mooi het daar is. En dat er niets om je heen is wat door de mens is gemaakt. Het is alleen maar de natuur. Ze hebben er een hekwerk omheen gezet, dat natuurlijk wel, maar verder niet. Wat mij ook wel is bijgebleven is met hoe weinig je kan leven. Dat je je realiseert waar het uiteindelijk echt om draait. Dat is zo mooi om te ervaren. Maar tegelijkertijd zie je ook hoe onbestaanbaar het is dat een deel van de wereld zo moet leven. De mensen die daar wonen kunnen niet genieten van de natuur zoals wij. Zij moeten er gewoon van leven.”
Genieten én werken
Behalve dat Marjo en Remco hebben genoten van de natuur, heeft het duo zich ook “de blaren op de handen gewerkt”. “We hadden elke dag activiteiten. Eentje in de voormiddag en eentje in de namiddag en tussen de middag waren we altijd terug in het kamp.” Zo controleerde het tweetal het hekwerk om het gebied op gaten en repareerde die waar mogelijk, maakten ze wegen opnieuw begaanbaar, gingen ze in alle vroegte wandelend op pad om te noteren welke vogels er zich in het reservaat bevonden en observeerden ze vanuit een jeep het doen en laten van de giraffes. “Dat observeren geeft een beeld van welke dieren er zitten. Welke vogels zijn er bijvoorbeeld het meeste en waar zitten ze? En bij de giraffen keken we ook naar wat ze deden en met wie. Waren ze bijvoorbeeld aan het herkauwen of rusten? Dat soort observaties geeft dan een beeld van de dieren in het reservaat.”
“Het vogels spotten deden we altijd als het net licht werd en te voet”, vervolgt Marjo, “we hebben toen één keer meegemaakt dat er een giraffe heel dichtbij stond. Een heel mooi beeld. We zagen opeens de benen van een giraffe naast de stam van een acacia. Hij bleef staan ook als wij heel zachtjes iets dichterbij kwamen. Totdat hij op een gegeven moment doorhad dat wij er waren. Nou toen schrok hij. Dan komen opeens die benen van dat beest – die zo hoog zijn als jij zelf bent – in beweging. Echt fantastisch om te zien. Ik wilde een stukje Afrika zien en beleven. Dat is gelukt!”
Ga ervoor!
“Remco heeft Kenia totaal anders beleefd dan ik. Of nou ja, niet totaal anders, maar anders. Voor hem was het een start van nieuwe dingen. Hij heeft een klein stukje gezien van een voor hem nog onbekende wereld en daar wil hij nu iets mee doen. Toen we weggingen zei hij tegen de rangers: “mag ik terugkomen?”. Hij heeft echt vrienden voor het leven gemaakt. Dat vind ik fantastisch om te zien, maar stiekem ben ik dan ook wel een beetje jaloers op hem. Dan denk ik: had ik maar, net zoals hij, nog een heel leven voor mij.”
Het klinkt somberder dan Marjo is. Ze bruist juist van de dromen en ziet overal kansen om die te verwezenlijken, maar voor dat alles zou ze bijna een extra leven nodig hebben. “Het is iets waar Remco en ik veel over hebben gepraat in Kenia, namelijk dat je van alles bedenkt wat je in het leven wil doen en mijn levensmotto is: ga ervoor! Want als je werkelijk iets wil dan gaat het gebeuren. Is het niet linksom dan is het wel rechtsom, maar dan gaat het lukken.”
Ga ervoor is ook het advies dat ze andere gepensioneerden zou meegeven die nog dromen van een reis. “je moet natuurlijk wel fysiek goed zijn. Maar toen wij bijna weggingen hoorden we dat er een man van bijna 81 zou komen.”