Ed (73) en Joke (70) hebben een horecahart. Na decennia hard werken genieten ze nu volop van hun welverdiende pensioen. Ze reisden Europa rond op hun boot en genieten nu vrijuit van hun vrijwilligerswerk en familie.
“Ik ben op m’n 16e begonnen in de horeca”, vertelt Ed. Zijn ouders hadden een eethuis op de Veluwe waar hij de kneepjes van het vak leerde. Na zijn huwelijk met Joke namen ze samen de eetgelegenheid over. Ed memoreert: “Het was altijd heel hard werken, het is een groot deel van je leven. Je wordt erdoor opgeslokt.”
“Maar het was wel heel leuk”, voegt Joke toe. “We hadden veel contact met mensen en konden lekkere dingen maken, waar mensen blij van worden. Gezinnen die even langs kwamen op de fiets en een frietje eten… het was heel gezellig. En we konden onze kinderen meenemen naar ons werk. Ze waren altijd bij ons en wij waren er voor de kinderen. Dat vond ik belangrijk.”
Rust in de tent
Ed en Joke runden altijd zelf het eethuis, totdat Ed op zijn 48e geconfronteerd werd met een tanende gezondheid. Hij moest een zware hartoperatie ondergaan en er ontstond behoefte aan meer rust in hun leven. Ze besloten daarom het eethuis te verhuren.
Er kwam privé meer ruimte en er ontstonden nieuwe doelen. Ze besloten meer tijd te besteden aan hun geloofsleven, waar ze veel voldoening uit haalden. Zo bezochten ze regelmatig bijeenkomsten waarbij ze inspiratie uit de Bijbel haalden. Deze inzichten deelden ze via hun vrijwilligerswerk weer met anderen.
Deze nieuwe invulling van hun tijd beviel hen erg goed, dus toen ze na een periode van rust weer zelf in de zaak aan de slag gingen, besloten ze dat ze deze tijd voor zichzelf wilden blijven behouden. Zo konden naast hun drukke baan ook aan hun eigen doelen blijven werken. Dat lukte goed. Joke: “Het was niet meer zo druk als vroeger en we hadden meer jongelui in dienst. We waren eigenlijk al behoorlijk aan het afbouwen. En dat beviel ons goed!”
Genieten van de vaste klanten
Ed: “We hadden veel vaste klanten, zoals een paar oudjes die een paar keer in de week kwamen eten. We waren altijd blij als we na de drukke zomers in het ‘normale’ ritme kwamen en we deze mensen weer écht blij konden maken.” Zo was er op donderdagavond altijd een oudere baas, waarvan Ed al wist wat hij zou eten. En er kwam dikwijls een oude dame met een poesje dat ze op haar schoot hield. Bij de herinneringen moet Joke gniffelen.
“Je kon hen echt een plezier doen door eten voor ze te maken. Soms dronken we samen een bakje koffie en dan had je goed contact. Dat vonden ze prachtig. En je kon ook van ze leren, van hoe ze ondanks hun hoge leeftijd nog genoten. Bekijk in je situatie wat je nog wel kunt en doe dat dan.”
Stoppen, het was welletjes
En toen was het zover; Ed en Joke gingen stoppen met de zaak. “Het was niet leeftijdsgebonden, want we konden nog blijven werken. Maar de gelegenheid kwam dat we konden stoppen. We zeiden tegen onszelf: het is genoeg, we hebben genoeg gedaan in ons leven.” Het was tijd om het eethuis over te dragen. “We hebben niet gewacht op ons pensioen, we namen het zoals het kwam.” aldus Joke.
‘We gingen naar Parijs, Berlijn en Straatsburg’
Ed en Joke hebben een goed gevuld pensioenleven. Zo genieten van hun vrijwilligerswerk en hebben veel sociale contacten. Ook hun liefde voor varen kreeg ruim baan. “We hadden ineens alle tijd om lange tochten te maken met de boot. We gingen naar Parijs, Berlijn en Straatsburg. Met zulke tochten ben je zo een paar maanden onderweg”.
Ook hebben ze meer contact met de inmiddels volwassen kinderen en de kleinkinderen. Joke: “Waar je eerder niet de tijd had lukt nu wel. Zij komen regelmatig bij ons en wij gaan naar hen, en dat is een rijkdom voor ons. Het is een andere periode in je leven. Dat moet je aangrijpen!”