Nadat ik met pensioen ging stond mijn agenda binnen de korste keren helemaal vol

Nadat ik met pensioen ging stond mijn agenda binnen de korste keren helemaal vol

Leen Bakker (68) ging zes jaar geleden met pensioen na een lange carrière bij de politie. Maar stoppen met werken is hij voorlopig niet van plan.

Bakker is onder meer vrijwilliger als rondleider en onderzoeker bij het monumentale terrein van Kamp Amersfoort, dat diende als doorvoerkamp van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van het Kamp staat bijna niets meer overeind. Op het terrein zijn nog enkele verwijzingen te vinden naar de geschiedenis die zich hier heeft afgespeeld, waaronder een wachttoren, loopgraven en een aantal monumenten. Op het terrein geven vrijwilligers regelmatig rondleidingen voor iedereen wie dat interessant vindt. Bakker leidt voornamelijk groepen militairen, politiemensen en andere uniformdragers rond, die hij wil laten leren van de geschiedenis.

Onzekerheid

“Als ik aan het begin van het lange pad naar de schietbaan sta, zeg ik militairen die ik rondleid vaak: moet je voorstellen dat je dit pad afloopt en aan het eind doodgeschoten wordt.” Tegenwoordig staat op deze beruchte plek het standbeeld De Gevangene voor het Vuurpeloton ter nagedachtenis. “Zijn blik kijkt over zijn beulen heen. Zijn uitgemergelde postuur, te grote broek, lompe klompen en te kleine jas laten zien hoe de gevangene er toen uit zag. Gevangenen gingen gebukt onder honger, onzekerheid en eenzaamheid.”

Leren van geschiedenis

“Ik probeer bij het rondleiden niet alleen naar de geschiedenis te kijken, maar vooral de vraag te stellen wat we hiervan kunnen leren. Het Duitse kampregime gaf sommige gevangenen de taak om toezicht te houden op andere gevangenen, zodat er een minimale bezetting nodig was. Er zijn verhalen van gevangenen die doorsloegen en hun lotgenoten begonnen te slaan en schoppen. De politiemensen en militairen die ik voornamelijk rondleid, hebben ook te maken met macht en bevoegdheden die kunnen worden misbruikt. Tijdens mijn loopbaan bij de politie kwam ik daar eveneens voorbeelden van tegen. Ik zeg altijd: luister goed naar je eigen geweten, want je voelt in je eigen dondertje of het goed of fout zit. Als leider moeten ze op tijd ‘ho’ kunnen zeggen.”

Politiewerk

“Vlak voor mijn pensioen heb ik bij de naastgelegen politieschool De Boskamp gewerkt aan nieuwbouwplannen. Daarvoor moet je natuurlijk ook in overleg met de buren. Zodoende ben ik bij Kamp Amersfoort terecht gekomen als vrijwilliger. Ik heb twintig jaar bij de waterpolitie gezeten en daarna twintig jaar allerlei hogere leidinggevende functies vervuld, zoals bij het KLPD en Interpol.”

Op mijn 63ste ben ik met pensioen gegaan. Ik kon al met mijn 58ste stoppen. Omdat mijn werk leuk was, had ik daar geen haast mee. Ik vond het niet erg om met pensioen te gaan, omdat ik er naartoe was gegroeid. Maar ik had doorgewerkt als er nog een klus was geweest.”

Actief blijven

“Nadat ik met pensioen ging, stond mijn agenda binnen de kortste keren hartstikke vol. Ik ben voorzitter van de gepensioneerdenvereniging van de KLPD en doe vrijwilligerswerk bij een veiligheidsmuseum in Almere, het natuurpark de Hoge Veluwe en het Rode Kruis. Ik heb bewust tegen mezelf gezegd: blijf actief, want dan blijf je jong. Hobby’s kom ik niet eens aan toe, maar daar heb ik ook nog helemaal geen behoefte aan.”

Wil je meer weten over het kamp en de rondleidingen? Neem dan een kijkje op de website van Kamp Amersfoort.

Kamp Amersfoort

Kamp Amersfoort was een doorgangskamp waar 35.000 mannen hebben vastgezeten, die om uiteenlopende redenen waren gearresteerd. Onder de gevangenen waren onder andere communisten, Joden, Russische krijgsgevangenen en verzetsmensen. De gevangenen werden slecht behandeld door de Duitse kampleiding en andere gevangenen die leidinggevende functies hadden. Ze werden mishandeld, vernederd en kregen weinig te eten. Op het kamp stierven 650 gevangenen. Met een groot deel van de resterende gevangen is het ook niet goed afgelopen, legt Bakker uit. “Van de 20.000 personen die zijn doorgezonden naar Duitsland zijn slechts vijfduizend levend teruggekomen.”