Nu ik eenmaal 65 ben lijkt die extra vrijheid me heerlijk

Nu ik eenmaal 65 ben lijkt die extra vrijheid me heerlijk

Maatje van Steenbergen (65) is alleenstaand, heeft twee zoons en woont in Ede. Als maatschappelijk activeringswerker traint en begeleidt ze vrijwilligers, daarnaast is ze mantelzorger.

Sinds haar 50e werkt Maatje van Steenbergen als maatschappelijk activeringswerker voor het Katholiek Centrum Maatschappelijk Activeringswerk. Inmiddels is ze 65 en dreigt in de komende jaren een ‘functioneel leeftijdsontslag’, maar ze is het werken nog lang niet zat. Daarnaast is ze actief als mantelzorger.

Het trainen en begeleiden was niet altijd al de passie van Maatje. Op jonge leeftijd ging ze aan de slag als statisticus. “Op de middelbare school was ik een gedoodverfde bèta. Na het gymnasium ben ik Wiskunde gaan studeren, maar daar ben ik na een jaar mee gestopt. Ik ben opgegroeid in het Gelderse Bennekom, kwam van het platteland en voelde me niet thuis in de grote stad. Ik ben daarna vrij snel aan het werk gegaan als statisticus bij de Rekenkamer van het instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding in Wageningen. Tegelijkertijd begon ik met avondcursussen statistiek en wetenschappelijk rekenen. Toen mijn zonen werden geboren ben ik gestopt met werken. Na een paar jaar was ik het thuiszitten helemaal zat en ben ik begonnen met vrijwilligerswerk als eindredacteur bij de Christelijke Plattelandsvrouwen Bond. Een traditionele vrouwenorganisatie die streed voor emancipatie en educatie van vrouwen.”

Tweede carriere

“Als vrijwilliger werkte ik met veel mensen die betaald kregen voor het werk dat ik deed. Dat wilde ik ook wel. Daarom ben ik, toen mijn kinderen wat groter waren, begonnen met een opleiding Maatschappelijk Werk en Theologie in Driebergen. Na die studie begon ik hier bij het Katholiek Centrum Maatschappelijke activering aan mijn tweede carrière. Als activeringswerker doe ik alles om vrijwilligers te activeren en te zorgen dat ze mensen helpen die in de knel zitten. Dat doen we bijvoorbeeld met Maatjesprojecten. Mensen die het moeilijk hebben koppelen we aan vrijwilligers. Bijvoorbeeld tienermoeders, psychiatrische patiënten en ouderen. Dit zijn groepen die vaak best wel eenzaam zijn en behoefte hebben aan een gesprekspartner.” Mijn werk is erg gevarieerd. Ontmoetingen met allerlei mensen, trainingen, verslagen schrijven. Elke dag is weer anders!”

Geen zwart gat

“Nu ik 65 ben moet ik eigenlijk met pensioen. Maar ik heb nog een contract voor een jaar gekregen. Ik ben mijn werk bij het Katholiek Centrum Maatschappelijke activering voorlopig nog niet zat, want ik ben deze carrière pas laat begonnen.”

“Ik heb er nog niet over nagedacht wat ik na mijn pensioen ga doen, maar ik val heus niet in een zwart gat. Voor mijn 65e merkte ik dat ik helemaal geen zin had om te stoppen. Maar nu ik eenmaal 65 ben, lijkt me die extra vrijheid heerlijk. Ik zou bijvoorbeeld wel eens wat langer op vakantie willen naar Ierland, daar woont mijn zoon. De ruige natuur is daar zo indrukwekkend. Na zo’n vakantie heb ik altijd honderden foto’s op mijn camera staan, maar ik doe er meestal weinig mee. Als ik meer tijd heb, wil ik me graag verdiepen in fotografie en computerprogramma’s om mijn foto’s te bewerken.”

Wil je meer weten over Maatjes werk of over mantelzorg? Praat mee op onze Facebookpagina.

Mantelzorger

Behalve dat Maatje twee à drie dagen in de week werkt als activeringswerker, is ze mantelzorger en zorgt ze voor de moeder van haar vriendin die ruim vijf jaar geleden een herseninfarct kreeg en halfzijdig verlamd is. Heftig, maar bevredigend werk.

“Na een herseninfarct kwam de moeder van mijn vriendin in een verzorgingstehuis terecht waar de zorg heel slecht geregeld was. Ze had fysiotherapie nodig om te herstellen en daar was erg weinig aandacht voor. We hadden zoiets: we kunnen de zorg beter zelf organiseren. Daarom heb ik samen met mijn vriendin en haar man een huis gekocht waarin me met z’n allen voor haar moeder zorgen.
Ik vind het zorgdragen voor je eigen familie een heel mooi idee. Ik kom van een boerderij en mijn opa woonde ook bij ons in. Er waren kamers genoeg. Die manier van zorgen ken ik dus van huis uit.”