Column: storm

Column: storm

Een melkpak vliegt rakelings langs het raam. Plastic zakken en lege wasmiddelflessen volgen. Het monotone geluid van harde wind, gaat over in donderend geraas. ‘Blijf binnen’, ‘haal je tuinstoelen naar binnen’, ‘zet je afvalcontainers in de schuur’.

De waarschuwingen worden dwingender. Treinen en bussen rijden niet meer vanaf twee uur. KNMI kondigt code rood aan.

Eunice is gearriveerd.

Maar we waren nog bezig met Dudley. Hij raasde over het land; een avond en nacht lang. Slechts af en toe een pauze met gonzend geblaas maar dan zwol het weer aan tot driftige windvlagen. In your face.

Het is elf uur in de ochtend als ik aan de keukentafel zit. Ik heb uitzicht op 3 kale bomen en één dikke grove den. De toppen van de bomen verroeren zich nerveus; nog niet al te wild.

Drie uur in de middag. Wow … regen klettert tegen de ramen door Eunice voortgejaagd. Het giert door de schoorsteen, luchtleidingen, door de takken van de bomen. De bomentoppen buigen wild naar alle kanten. Het is alsof een peloton auto’s door de straat rijdt en de motoren extra laten ronken. Tien minuten en het geweld neemt weer af. Nog nooit heb ik zoiets meegemaakt; ook niet in het buitenland. Het voelt onheilspellend; ik word er angstig van, zo in mijn eentje in dit grote huis en een tuin met wankele schutting.

Het is (even) stil. Eunice is gaan liggen. De bomen roeren zich niet. De slagregen is nu verschrompeld tot fijne regendruppels. Fascinerend om dit langzaam voortschrijdend schouwspel gade te slaan. Ik zie weinig vogels, voelen zij de hel die gaat komen? Een dun zonnetje trekt een streep over de keukentafel.

Maar dan, vanaf zes uur wordt Eunice pas echt woedend, angstaanjagend en intimiderend. Ze laat bomen breken, takken rondvliegen, ze gooit vrachtwagens om en lantaarnpalen knakken. Als een zwaar beladen rolcontainer dendert ze over de straten.

Ik weet niet waarom, maar ik moet denken aan Spinoza (ben recent naar een lezing geweest). Volgens hem is God geen persoon die boven de wereld staat en mensen beloont of straft. God ís de wereld. De natuur, de dieren, de mensen. Daarom moeten mensen zorgvuldig en goed omgaan met elkaar en met de natuur.

Een mens is niet beter dan een dier en de ene mens is ook niet beter dan de ander, want beiden zijn een stukje van God. Ik weet zeker dat wij niet goed omgaan met de natuur en niet zorgvuldig handelen. Ik krijg het idee dat de uitbarsting van Eunice daarmee te maken heeft: woede.

Ik beleef de storm voor het grootste deel aan de keukentafel. Omdat ik nog nooit een dergelijke storm heb meegemaakt, wist ik niet dat het me zo angstig en onrustig zou maken. Ik praat in mezelf: ‘hou op, ga liggen, niet zo heftig, neem rust Eunice’. De windstoten buiten, woeden ook in mijn binnenste: spanning, darmen die opspelen en ik moet veel naar het toilet.

Ik heb geen invloed op deze natuurkrachten, moet het laten gebeuren, sta achter het raam en wacht af. Waarom kan ik er niet van genieten zoals de stormchasers en de kitesurfers. Zij wachten niet af maar kijken het beest in de bek. Waarom ben ik niet een beetje stoerder?

Na een slapeloze nacht, zit ik om acht uur ’s morgens weer aan de keukentafel. Buiten is het stil, er zitten weer vogels in de bomen. De jongens van hiernaast, rapen melkpakken, plastic, koffiecupjes en ander afval op. Terug in de kliko.

En ik? Ik ben weer cool maar moe vanwege een slapeloze nacht.