Column: Opzij, opzij, opzij!

Column: Opzij, opzij, opzij!

“Opzij, opzij, opzij; maak plaats, maak plaats, maak plaats; wij hebben ongelofelijke haast...”.
Het lied van Herman van Veen zingt rond in Wim's hoofd.

Column: Opzij, opzij, opzij!

Opzij, opzij, opzij; maak plaats, maak plaats, maak plaats; wij hebben ongelofelijke haast…“.

Het lied van Herman van Veen zingt rond in mijn hoofd en ik heb geen idee waarom. Ik fiets heel rustig door de polders in het Groene Hart van de Randstad, mijn thuisbasis. Heerlijk wonen hier, midden in de natuur en de 4 grote steden toch binnen een uur bereikbaar. Het is de tweede zomerse dag in mei van dit jaar. Ik geniet: van het weer, van het groen, van de vogels en de bloemen, van het op mijn gemakkie fietsen over de smalle polderweggetjes.

Nee, ik heb geen ‘ongelofelijke’ haast. Ten eerste is het daar te warm voor, maar ik wil vooral om me heen kijken en genieten. Zwanen, omringd door hun donzige ‘lelijke jonge eendjes’, drijven statig in de sloot. Een gezinnetje fuut vraagt om even stil te staan: wat zijn deze dieren prachtig om te zien. Niet alleen de kleuren van de volwassen dieren, maar ook de zwart-wit tekening van de kleintjes is zo subtiel. Een van de ouders duikt sierlijk onder water op zoek naar voedsel voor de piepende kleintjes. Even verderop staat een reiger roerloos aan de waterkant tot hij razendsnel een uitval doet naar een jong eendenkuiken dat te dicht in zijn buurt kwam. Met zijn prooi tussen zijn snavels verdwijnt hij, op weg naar zijn jong? Misschien wel vlak bij mijn huis, waar zich een kleine reigerkolonie bevindt van enkele tientallen vogels. Fascinerend om te zien hoe deze grote beesten rondzweven en landen in de toppen van de bomen.

Eenden, meerkoetjes en waterhoentjes zijn druk in de weer om hun kleintjes in de gaten te houden en te verzorgen. Iets verder liggen twee grote karpers te zonnen aan de oppervlakte. Een stern hangt even boven het water en duikt naar zijn prooi. Iets verder zie ik een kievit die vrijwel onnavolgbare vliegbewegingen maakt boven het weiland om zijn belagers te misleiden. Zwaluwen vliegen heel hoog in de lucht of scheren vlak over het wateroppervlak. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar ik zie er zeker een stuk of 10.

Op de weilanden her en der grote groepen ganzen met ontzettend veel jongen. Aan de waterkant bloeien de lissen uitbundig en de bermen tonen een schitterend voorjaarsboeket van o.a. fluitenkruid, boterbloemen en klavers.

De tuinen van de (woon)boerderijen en de prachtige villa’s tonen de uitbundige kleuren van rododendrons, azalea’s, blauwe – en gouden regen en andere voorjaarsbloeiers. En de vele zangvogels zingen hun hoogste lied. Dit is zo mooi, dit is echt genieten.

Het ruikt ook zo heerlijk. Een paar boeren zijn bezig het pas gemaaide gras te verzamelen en te verpakken in grote plastic balen. Dat karwei moet klaar zijn voor de voorspelde buien vanavond losbarsten.

Oeps, dat ging maar net goed. Op deze weg die net breed genoeg is voor één auto, met dan ook nog net genoeg ruimte voor een fiets, kon een automobilist blijkbaar niet even wachten bij de uitwijkplaats tot de auto die van de andere kant kwam daar ook was gearriveerd. Die auto kon maar net voldoende opzij in de berm. De man had blijkbaar haast

Opzij, opzij, opzij; maak plaats, maak plaats, maak plaats …

Ik fiets rustig door richting de Reeuwijkse plassen. Aan het eind van de polderweg moet ik verder op het fietspad langs de snelweg. Ik word voorbij gereden door veel fietsers; soms lijkt het bijna alsof ik stil sta. Bij heel veel fietsers zie ik een grote batterij onder de bagagedrager. Wat mij opvalt is dat ik veel jongeren zie op e-bikes. Waarschijnlijk scholieren die wonen in Bodegraven of Reeuwijk en op school gaan in Gouda. Wat moet dat heerlijk zijn, altijd met de wind in je rug naar school én naar huis. In mijn herinnering hadden wij op onze fietsjes zonder versnelling altijd tegenwind toen we naar de middelbare school in Gouda gingen.

En toen hadden wij ook altijd haast; ongelofelijk veel haast…. 😉

Even later fiets ik langs de plassen. Ik geniet ook hier volop van de natuur. Maar ik moet hier ook veel meer op het verkeer letten dan in de polder. In dit schitterende natuurgebied zijn veel wandelaars die ook gebruikmaken van het fietspad, maar ook veel mensen op racefietsen en e-bikes. En wat me vooral opvalt: de meesten gaan zo snel! Ik vraag me af: kunnen zij wel genieten van de omgeving? Ikzelf zou met zo’n snelheid echt alleen op de weg moeten letten. Dus daarom voor mij nog geen e-bike. Laat mij maar op mijn gemakkie toeren op mijn fiets met 7 versnellingen.

“Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast… “

Nee, hoor. Ik heb geen haast. Niet meer. Die tijd is voorbij.

Wim

Wil je reageren? Mail me via vermeijmeringen@ziggo.nl

De foto bij de column is door Wim gemaakt bij de Reeuwijkse Plassen