“Mensen stonden te juichen bij de deur als ik aan kwam rijden”

“Mensen stonden te juichen bij de deur als ik aan kwam rijden”

Henk van der Meer (69) begon al op zijn 14e met werken in de transportsector. Toen zijn gezondheid hem in de steek liet deed hij een stapje terug, maar vond een nieuwe uitdaging in zijn andere liefde; de muziek. Nu zijn er andere zorgen en is Henk met pensioen gegaan. 

De transport zit bij Henk in het bloed. Toen hij 14 was, had hij zijn leerplicht volbracht en stopte hij met school om bijrijder te worden op een vrachtauto. Op zijn 18e haalde hij zelf zijn kleine- en daarna zijn grote rijbewijs en reed hij in het buitenland. Later kwam hij terecht bij de openbare vervoersdienst van het bruisende Amsterdam. Inmiddels kent hij de stad op zijn duim na 40 jaar dienst als bestuurder van stadsbus, tram en metro.

Gezondheidsproblemen

Toen Henks gezondheid enkele jaren geleden achteruit ging had dit invloed op zijn werk. Een toilet moest altijd binnen handbereik zijn. Het werd zo ernstig dat hij in het ziekenhuis belandde en twee operaties moest ondergaan. Zijn leidinggevende zag dat het niet goed ging met Henk en kwam met een voorstel om minder te gaan werken.  

“Normaal werkte ik 36 uur per week. Vanwege mijn gezondheid zei mijn leidinggevende toen: waarom ga je niet wat minder werken, 24 uur per week?” En zo ging Henk anderhalf jaar voor zijn pensioen parttime werken.

Liefde voor muziek

Naast zijn werk als chauffeur, had Henk ook een andere passie: zijn liefde voor muziek. Dus toen er een baan voorbij kwam waarin hij beide kon combineren, ging hij daar helemaal voor! Want Henk ging dan wel minder werken in Amsterdam, hij had voor zijn gevoel veel te veel vrije dagen. “Soms wel 10 achter elkaar!”

“Thuis stilzitten is niet voor mij, zo ben ik absoluut niet. Ik had een vacature gezien bij een muziekwinkel waar ik mijn eigen keyboard ooit had gekocht. Ze zochten personeel voor het transporteren en installeren van keyboards!” Ja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan…”

‘Mag ik de baas even spreken?’ 

Henk had zoveel zin in deze baan dat hij er alles aan deed om hem te krijgen. Hij had een sollicitatiebrief geschreven, maar de wachttijd op een reactie duurde hem te lang. Hij liet het er niet bij zitten. “Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken, ben naar het bedrijf gegaan en zei: ‘mag ik de baas even spreken?’ Er hadden 400 mensen gesolliciteerd op die functie en ik ben de enige die eruit gerold is.”

‘Het is net één familie’

Het waren lange, zware dagen, maar dat mocht de pret niet drukken. “Ik had het ontzettend naar mijn zin; met die jongens was het gewoon hartstikke leuk. De eerste dag had ik al gelijk een hele goede klik met iedereen die daar werkte. Het is net één familie.”

Henk ging met veel plezier op pad. Wat hij het allerleukste vond aan deze baan was de opgetogenheid van de mensen. “Ze stonden gewoon al te juichen voor de deur als je aan kwam rijden met hun bestelling! Dat enthousiasme van de klanten en met mooie instrumenten bezig zijn: dat sloeg bij mij heel erg aan.”

‘Ik moet er helaas mee stoppen’

Een half jaar lang had Henk twee banen tegelijk. Toen hij bij de transportorganisatie in Amsterdam met pensioen kon gaan, deed hij dat ook. “Ik ging in juni met pensioen, maar ik mocht in maart al van m’n baas gaan. Die maanden werden gewoon doorbetaald, dat kreeg ik cadeau.”

Daarna heeft Henk nog twee jaar met veel plezier voor de muziekwinkel gewerkt, tot hij ook daar moest stoppen. Zijn vrouw werd ziek, en zieker. Hij zorgt nu voor haar. “Ik doe nu het hele huishouden: koken boodschappen, et cetera. En dat vind ik helemaal niet erg. Ik heb een klein jaar geleden op m’n werk gezegd: ‘ik moet er helaas mee stoppen’. Dat vonden ze niet leuk. Ze hebben me in de groepsapp laten zitten en ik ben laatst nog bij het personeelsfeest geweest!” 

En die liefde voor muziek…

… die is gebleven. “Ja, je moet nog wel je hobby kunnen doen natuurlijk. Elke dag zit ik nog één of twee uurtjes op zolder even muziek te spelen.” Daarnaast geeft hij nu ook keyboardles. En probeert hij fit te blijven. “Op een gegeven moment kwam ik een beetje aan. Toen dacht ik dat gaat de verkeerde kant op! Dus nu ga ik een paar keer per week 10 killometer wandelen. Ook zijn er nog wel buren en kennissen die zelf niet zo handig zijn. Ze vragen me dan om klusjes te doen. Dus ik ben altijd bezig.”