Mensen die vaker mijn columns lezen weten waarschijnlijk wel dat ik mijn leven deel met een hond. Mijn hond heet Lola en is een golden retriever teefje. Lola kwam in mijn leven toen ik nog maar kort gepensioneerd was. Ik was nog heel erg aan het zoeken hoe ik mijn leven-zonder-werk kon invullen, en Lola heeft daar een belangrijke rol in gespeeld.
Lola was 7 weken oud toen ze bij mij kwam wonen. Een pup opvoeden is een dagtaak, en in het begin zelfs een dag- en nachttaak. Een pup is niet zomaar zindelijk, dat moet aangeleerd worden. Ik woonde toen nog 11-hoog in de stad, en liep regelmatig ’s nachts om half 4 buiten met een jas over mijn pyama.
Een golden retriever is vrolijk, blij, vriendelijk, sociaal, druk en heel erg enthousiast. Maar het is ook een smeerlap, eet het liefst alles, springt in sloten en modder, en rolt heel graag in viezigheid, zoals paardenpoep, dooie vissen en andere overleden dieren.
Dan stond ik te hannesen in de parkeergarage, met handdoeken die in mijn auto lagen
Dat is niet handig als je 11-hoog woont en gebruik moet maken van een lift, tenminste, als je nog een beetje aardig gevonden wil worden door je mede-liftgebruikers. Ik stond dat een beetje te hannesen in de parkeergarage, met handdoeken die in mijn auto lagen.
Zo probeerde ik Lola zodanig schoon te krijgen dat ze enigszins toonbaar de lift in kon en boven meteen de badkamer in gestuurd kon worden. Toch hebben mede-bewoners wel eens geklaagd over vieze stank in de lift…….
Lang verhaal kort: ik ben op zoek gegaan naar een grondgebonden onderkomen met een tuin én een buitenkraan. Gevonden, en dat is een zegen gebleken. Mijn handdoeken liggen nu in de schuur, ook de speciale hondenshampoo staat daar, en de kraan is perfect voor het betere schoonmaakwerk.
Mijn leven wordt in belangrijke mate door Lola bepaald. Als ik ’s morgens opsta is het eerste dat ik doe: Lola uitlaten. En nee, uitslapen is er nooit bij, Lola moet gewoon naar buiten om haar behoefte te doen, geen discussie over mogelijk.
Vervolgens moet ik haar van eten voorzien, en dan pas ben ik zelf aan de beurt. Spelen moet natuurlijk ook gebeuren, en lange wandelingen maken zodat ze haar energie kwijt kan, met andere honden kan spelen, het water in kan en andere hondendingen doen.
Na de lange wandeling eten, dan gaat ze liggen rusten tot het moment dat ze besluit dat het weer tijd is om te spelen en net zo lang bij mij komt klieren tot ze haar zin krijgt. Rond 23:00 nog een laatste rondje lopen buiten en dan gaat ze meestal op haar kussen liggen. Bedtijd.
Zo gaat het bijna elke dag, Lola houdt niet erg van verrassingen, ze doet het liefst alles op dezelfde manier, op dezelfde tijd. Ze is heel gelukkig als ze buiten mensen tegenkomt die ze kent (en dat idee heeft ze al heel snel), ze is dan door het dolle heen en geeft bijna iedereen het gevoel dat zij of hij Lola’s beste vriend is.
Bij Lola is alles altijd ‘veel’ en ‘groot’
Dat is helemaal het geval als betreffende persoon haar ooit iets lekkers heeft gegeven. De blijde verwachtingen spatten dan van Lola af, ze kan nooit iets “een beetje” doen, het is altijd veel en groot. Het is dan ook zo’n 30 kilo harig enthousiasme, dat zie je niet zomaar over het hoofd.
Ik kan dus nooit “zomaar” spontaan iets afspreken, of weggaan. Ik moet altijd eerst rekening houden met Lola. Ze is helemaal afhankelijk van mij, voor haar eten en drinken, voor haar wandelingen, voor haar toiletgang…..
Het is niet anders, samenleven met een hond heeft veel om het lijf. Inmiddels ligt ze naar me te gluren, ik ken die uitdrukking, het is tijd om te spelen, naar buiten te gaan, te eten. Ze staat op, komt met een zwiepende staart en draaiende kont op me af, een speeltje in haar bek. Die moet ik dan door de
kamer gooien.
Lola rent om het weer op te halen, brengt het weer naar mij en zo voorts. Dit wil ze dan eindeloos blijven herhalen. Klinkt allemaal misschien wel als heel saai, maar ik moet steeds weer lachen om dat vrolijke, malle beest, blij met alles.
Dat krijg ik er voor terug: een geweldige hond waar ik elke dag weer vrolijk en blij van word.