Column: non, je ne regrette rien

Column: non, je ne regrette rien

De mist is opgetrokken bij ons chalet, de zon breekt voorzichtig door, het belooft een prachtige dag te worden. Vandaag gaan we weer eens naar Deventer. We zijn gek op die stad. Niet omdat (een van mijn favoriete columnisten) Özcan Akyol er woont die een geweldige ambassadeur voor die stad is; niet voor het winkelen; maar vooral om lekker te struinen door het Bergkwartier.

Wat is dat toch een prachtig stukje Nederland. Ook in deze tijd van het jaar ademt het de sfeer van Dickens, mede door de prachtige muurschilderingen her en der. En als we er toch zijn, doen we toch ook maar wat winkels aan en genieten we van de zon en een kop koffie op een terrasje op de Brink.

Ik start de auto en rij via Vierhouten naar Gortel, een prachtige glooiende weg midden door de bossen. Na een paar honderd meter moet ik mijn licht aandoen. Hier hangt nog wel een behoorlijk dichte mist. Maar wat is dat mooooi!!  50 tinten grijs. Alleen contouren in plaats van bruin met groene beplanting. Heel veel spinrag aan de bomen. Het is mysterieus, het heeft een heel hoog Halloweengehalte. Als we het bos uit zijn rijden we langs veel kraampjes met pompoenen. Heel toepasselijk.

We rijden via Emst, Terwolde en Twello (plaatsen die ik niet kende voor ik mijn chalet kocht) naar onze bestemming. Op de radio zingt Edith Piaf Non, je ne regrette rien. Ik denk aan de serie over chansons van Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps. Ik heb er van genoten! Heerlijke muziek, prachtige verhalen! Het zette me aan het mijmeren over de tijd dat ik nog op de HBS in Gouda zat in de jaren jaren ‘60. Een van de belangrijkste dingen, die ik in die tijd deed met mijn klasgenoot en vriend Arie, was wekelijks een eigen top 40 samenstellen.

Bij mij stonden meestal Franse chansons heel hoog op het lijstje. Aznavour, Dutronc, Brel, Bruel, Bécaud, Françoise Hardy, France Gall, Johnny Hallyday.  Bijna alle fragmentjes, die Matthijs en Rob voorbij lieten komen, zong ik mee. Zoals ik al eerder schreef: geluidloos, want als er iets is wat ik niet kan is het zingen.

We rijden door, naderen Deventer. Oeps, werk aan de weg. Langzaam rijden. Boven ons cirkelt een helikopter. Ook nu dwalen mijn gedachten weer even weg. Een paar weken geleden reden we een mooie fietsknooppuntenroute over de Veluwe. Langs Vierhouten, over de Ermelose heide via Drie (ja, echt, zoek maar op!) naar Garderen en via Nieuw-Milligen en Kootwijk richting Apeldoorn. Onderweg werden we getrakteerd op een prachtige luchtshow.

Boven ons vlogen meerdere oude militaire vliegtuigen vrij laag een rondje. Toen ik naar links keek om te zien of er nog meer aankwamen, zag ik dat er inderdaad meer vlogen en dat uit die vliegtuigen parachutisten sprongen. We hebben een poos van deze show genoten. Thuisgekomen zag ik een aankondiging van de Airborne luchtlandingen op de Ginkelse Heide, die later die week zouden plaatsvinden. Wij hebben blijkbaar een generale repetitie gezien.

Non, rien de rien. Non, je ne regrette rien.  Het lied is afgelopen. Heb ík ergens spijt van? Misschien van het feit, dat ik toch niet wat eerder ben gestopt met werken. Maar verder? Wellicht dat ik in zee ben gegaan met de man die de oude gevelbekleding van ons chalet heeft vervangen door de mooie kunststofpanelen. Na ruim een half jaar zijn de meeste klachten nu wel opgelost. Maar lang niet alles door hem. Veel mooie praatjes, maar nu is hij totaal onbereikbaar. Van de aardbodem verdwenen. Ja, alsof je naar ‘Opgelicht?!’ op tv kijkt. Nee, ik heb geen spijt van het vervangen, maar wel dat ik blijkbaar toch te naïef richting deze man ben geweest. Verder kan ik zo snel niets bedenken.

Wel weet ik dat ik van veel dingen géén spijt heb. Ons chalet! Een gouden greep, echt genieten midden in de natuur. Tegenwoordig lopen er minimaal drie eekhoorntjes hier rond, jarenlang hebben we die nauwelijks gezien. Er is een kleintje dat vaak over ons terras loopt; we zien ook een grote met een rode staart en een andere met een donkerbruine staart.

Het is een genot om te zien als het territorium verdedigd wordt: de snelheid waarmee ze achter elkaar aanrennen en boom-in-boom-uit vliegen. Schitterend. Ik geniet enorm van de boomklevers en de mezen en mussen. En als ik aan het tuinieren ben, komt vaak het roodborstje of het winterkoninkje vlakbij me op de grond zitten om toezicht te houden. Of is het om iets te eten te vinden in de net omgewoelde grond?

En hoe zit het met het schrijven van jouw columns?, hoor ik je vragen. Nee, zeker geen spijt. Het is zo leuk om te doen, nog steeds trouwens. Maar waarom stop je dan? Ik vind dat jullie na deze vijf jaar recht hebben op een nieuwe columnist, iemand die een andere kijk heeft op het leven, met een andere schrijfmethode en met andere verhalen. Uiteindelijk zit ik in een soort pensionadobubbel met een vrij vast stramien.

Ik heb begrepen dat een aantal mensen zich heeft aangemeld bij de redactie. Dat maakt mij blij en zorgt ervoor dat ik zonder spijt  aan het eind van het jaar mijn pen aan de wilgen kan hangen.

Wat ga je dan doen? Blijven genieten van het leven als pensionado en van alles wat er op mijn pad komt. Wellicht kunnen we weer overwinteren. En ik ga mijn verhaaltjes bundelen. Al is het maar voor mezelf en mijn (klein)kinderen.